Okt. 1999 jg. 93, nr. 4 H E R F S T

January 14, 2018 | Author: Anonymous | Category: N/A
Share Embed


Short Description

Download Okt. 1999 jg. 93, nr. 4 H E R F S T...

Description

O jg kt. .9 1 3, 99 nr 9 .4

g HERFST

Uitgangspunten van de Werkgemeenschap van Astrologen 1. Astrologie is de leer van de universele interdependentie van alle verschijnselen en berust op de fundamentele Wet van Analogie. 2. Horoscopie is een praktische toepassing van de astrologie. 3. In de WvA werkt men vanuit één grondgedachte, zowel voor de techniek als voor de duiding, neergeslagen in het APC-systeem. Hiermee wordt het individuele karakter van elk tijd-ruimtelijk verschijnsel zichtbaar gemaakt.

Doelstellingen De Stichting heeft ten doel de astrologie in dienst te stellen van de menselijke ontwikkeling. Zij tracht dit te bereiken door:

Correspondentieadres van de WvA Postbus 13131 3507 LC UTRECHT tel./fax 010 - 453 18 76 (tussen 19.00 en 20.00 uur) e-mail secretariaat [email protected] webadres http://www.geocities.com/stichtingwva URANIA is het officiële orgaan van de Stichting Werkgemeenschap van Astrologen, WvA. ISSN 1384 - 0290 URANIA verschijnt driemaandelijks. Kopij naar Ingmar de Boer (zie adressen WvA), of naar het e-mailadres van de redactie: [email protected]. Kopij voor het winternummer 2000 (jg.94 nr.1) moet voor 1 december 1999 in het bezit zijn van de redactie. Losse nummers zijn verkrijgbaar door overmaking van ƒ 10,00 per exemplaar (+ ƒ 3,20 porto) op gironummer 51.71.25 t.n.v. de penningmeester van de WvA te Utrecht. WvA-donateurs ontvangen URANIA gratis.

1. Studie en onderzoek van de astrologie. 2. Verdieping van inzicht in de achtergronden en hulpwetenschappen van de astrologie. 3. Onderwijs in de astrologie, haar achtergronden en haar hulpwetenschappen.

Werkwijze

Horoscopen in URANIA zijn berekend met behulp van het computerprogramma ASTRAL 3.2. Voor de berekening van de sectorgrenzen wordt gebruikgemaakt van de APCmethode. De planeetposities worden topometrisch en op ware plaats bepaald. Voor de majeure aspecten wordt een orb gehanteerd van 7,5° en voor de mineure aspecten een orb van 3,75° aan weerszijden van het absolute aspect. Eventuele afwijkingen van deze conventies gaan vergezeld van een toelichting.

De Stichting ontwikkelt onder meer de volgende activiteiten: 1. Zij organiseert in het centrum van het land maandelijks een bijeenkomst. 2. Zij stimuleert regionale werkgroepen, de zogenaamde Regio’s. 3. Zij geeft lezingen.

Colofon Redactie: Red. assistentie: Ontwerp lay-out: Druk en afwerking:

Ingmar de Boer (eindred. & lay-out) Upageya Elbers Manja van der Toorn Titia Ram Ruben Moerbeek Drukkerij Humadruk te Rotterdam

4. Zij verzorgt opleidingen. 5. Zij geeft het blad URANIA uit. 6. Zij verzorgt publicaties op astrologisch gebied. 7. Zij beheert een bibliotheek voor haar donateurs.

Auteursrechten Gehele of gedeeltelijke overname van de inhoud is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie of met bronvermelding. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van een artikel berust bij de auteur daarvan.

INHOUD

Van de redactie ............................................................................................................ Ingmar de Boer 61 Van de Kern: WvA 2000 ........................................................................................................ Theo Ram 62 Van de Kern: Functiewisselingen ............................................................................................. Theo Ram 63 CHEIRON BIJ DE WERKGEMEENSCHAP VAN ASTROLOGEN ................................................. Ben de Beer 64 IN MEMORIAM FLIP TOLLENAAR ................................................................................. Paula Schreurs 66 ESOTERISCHE ASTROLOGIE EN DE OBJECTIVITEIT IN DE ASTROLOGIE ............................ Ingmar de Boer 67 AANLEG, WEZEN, WERKELIJKHEID ................................................................................. Th.J.J. Ram 72 H.P. BLAVATSKY'S DENKBEELDEN OVER ASTROLOGIE ............................................... Jutta K. Lehmann 74 STUDENTS CORNER: DE OBJECTIEVE CYCLUS ................................................................. Jaap Bankert 76 TEKENSPRAAK .................................................................................................................. Upageya 78 Van de Regio's: Impressie van de Regiodag 1999 ............................................................................ Upageya 79 Nieuws en actualiteiten ...................................................................................................................... 80 Adressen WvA ....................................................................................................................... achterflap

VAN DE REDACTIE In deze laatste URANIA van dit millennium treft u onder meer een aantal artikelen aan waarin esoterische en theosofische onderwerpen aan de orde komen. Het is geen opzet van de redactie geweest om een echt themanummer te maken, maar het resultaat is, zoals u zult merken, toch enigzins een samenhangend geheel geworden. Daarnaast is er een artikel van Ben de Beer over Cheiron en weer een mooie aflevering van Tekenspraak van Upageya. Verder is er het verslag van een boeiende Regiodag eveneens door Upageya. Onze voorzitter Theo Ram presenteert in Van de Kern een visie voor de WvA in 2000 en verder. De nieuwe rubriek Students corner past in deze visie. Het idee voor deze studiehoek is ontleend aan de Astrological Journal, het blad van de Engelse Astrological Association. De bedoeling van de rubriek is om informatieve artikelen te bieden op beginnend en gemiddeld niveau, gericht op de

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

deelnemers aan de cursussen die door de WvA en de STOA worden georganiseerd. De rubriek zou tevens kunnen dienen als speciale ruimte om onderwerpen die in de WvA weleens eerder aan de orde zijn geweest, maar interessant zouden kunnen zijn voor de nieuwere donateurs, opnieuw naar voren te brengen. De redactie is momenteel actief op zoek naar nieuwe auteurs. Wij streven ernaar meer horoscoopduidingen en “deelduidingen” te publiceren. Daarbij is het naar het idee van de redactie niet nodig dat een auteur een volleerd schrijver, dan wel een volleerd astroloog is. Eigen ervaring en met horoscoopduidingen kan centraal staan. Wij nodigen u graag uit de lezers van URANIA in uw goede ideeën, astrologische inzichten of aha-ervaringen te laten delen. Bij het schrijven kunt u waar nodig rekenen op advies en ondersteuning van een van de leden van de redactie, en van onze nieuwe taalkundig medewerker Titia Ram. Als laatste kan ik u nog melden dat voor het winternummer een artikel gepland staat van Paula Schreurs over het Aquariustijdperk. Voor nu wens ik u veel plezier met dit herfstnummer. n Ingmar de Boer pag. 61

VAN DE KERN WVA 2000 WvA 2000? Doen wij mee aan de millenniumgekte? Nee, trouwe donateurs van de WvA, dat doen wij niet. In de eerste plaats is er het gegeven dat onze christelijke jaartelling begint met de datum 1 januari 0001. Dit houdt in dat de aarde op 1 januari 2000 pas 1999 omlopen om de zon heeft gemaakt en dat er dus helemaal nog geen 2000 jaren sinds het begin van onze jaartelling zijn verstreken. Op overeenkomstige wijze lopen we bij de eeuwwisselingen ook steeds een jaar voor. Het is wel aardig ons te realiseren dat er tussen de eeuwwisselingen wel steeds 100 jaar verlopen zijn, evenals er tussen 1 januari 1000 en 1 januari 2000 wel degelijk 1000 jaren verstreken zullen zijn. Verder is het zo dat het vaststellen van de datum 1 januari 0001 pas enkele eeuwen na dato is geschied. Tenslotte zijn er in de wereld nog ongeveer 40 andere jaartellingen in gebruik, de joodse kalender is al ver over het jaar 2000 heen, terwijl de islamitische kalender nog niet aan 2000 toe is. De wetten van drie en zeven. Wat is de betekenis van dat jaar 2000 voor de WvA dan wel? Hiervoor gaan we enkele jaren terug in de tijd; de stichters van deze werkgemeenschap hadden zekere doelen voor ogen. Als u URANIA openslaat, vindt u op de binnenflap in de eerste kolom één van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste “wet” van onze astrologie, de wet van drie: in alle geopenbaarde zaken kunnen we de volgende drieeenheid herkennen: aanleg, wezen, werkelijkheid. De “Uitgangspunten van de Werkgemeenschap van Astrologen” beschrijven de potentie van de WvA. In de “Uitgangspunten” is het aanlegfacet van de WvA te herkennen. De “Doelstellingen” belichamen het wezen van de WvA, terwijl de “Werkwijze” het werkelijkheidsfacet laat zien. Ook in de “Uitgangspunten” en de “Doelstellingen” is de wet van drie weer te herkennen, terwijl in de “Werkwijze” de wet van zeven tot uiting komt. De wet van twaalf Om het trio “wetten” compleet te maken: er is nog een wet van twaalf die een cyclische ontwikkelingsgang symboliseert, een realisatie van de Cosmos die gewoonlijk in het platte vlak neerslaat. Een tweede facet van de wet van twaalf is de zogenaamde slingergang, die de ontwikkeling van het individu of het organisme uitdrukt. Deze slingergang situeren we gewoonlijk in het verticale vlak. Hij is verbonden met 12 perioden van 7 jaar, waarbij elke periode de kenmerken van een bepaalde sector, met de daarin geplaatste heren, van de horoscoop realiseert. U weet dat de slingergang achtereenvolgens de volgende sectoren doorloopt: 4-3-5-26-1-7-12-8, enzovoort. Na 49 jaar begint dan de achtste periode die tot het 56e jaar duurt. De WvA doorloopt op dit moment die twaalfde sector. In de horoscoop van de WvA

pag. 62

is deze sector leeg. Dat wil zeggen dat er geen vermogens zijn die om realisatie vragen. Er is “slechts” een heer 12. Er zijn dus uitsluitend twaalfde sectorzaken aan de orde, niet vervormd door nevenzaken. Kijken we naar de naaste toekomst, de periode in de achtste sector, die in oktober 2001 zal aanvangen, dan zien wij daar vijf heren staan, waaronder het gehele Es: veel werk aan de winkel dus. Dit werk kan onder andere liggen op het vlak van kritisch onderzoek (8). Het essentiële De Kern heeft zich in deze twaalfde sectorperiode in toenemende mate afgevraagd wat de essentie (12) van de WvA is en op welke wijze deze het beste gerealiseerd zou kunnen worden. Zo heeft zij zich afgevraagd op welke wijze zij de doelstellingen realiseert. De doelstellingen luiden: 1. Studie en onderzoek van de astrologie. 2. Verdieping van inzicht in de hulpwetenschappen en achtergronden van de astrologie. 3. Onderwijs in de astrologie, haar achtergronden en haar hulpwetenschappen. Zij realiseert zich dat zij door de wijze waarop zij de werkbijeenkomsten, lezingen en cursussen organiseert, de doelstellingen niet voldoende waarmaakt. Zij realiseert zich ook dat er in astrologisch Nederland een toenemende vraag is naar duidelijke kwalificaties voor astrologen. Binnen de Federatie van Astrologische Groeperingen in het Nederlands Taalgebied (FAG) heeft het voormalig Nederlands Genootschap voor Praktiserende Astrologen (NGPA) daarbij het voortouw genomen, en is gekomen tot een vorm van kwaliteitsbeoordeling. Het is goed als onze werkgemeenschap in die stroom meegaat. Een visie voor de toekomst Samengevat ziet de Kern het als haar taak zodanige wijzigingen in haar beleid door te voeren dat zij dichter bij de realisatie van de Doelstellingen komt. Zij heeft een aantal vergaderingen en brainstormsessies over dit onderwerp gehouden en stelt zich voor het komende jaar de eerste stappen te zetten in een nieuwe richting. Het belangrijkste idee dat in deze gesprekken naar voren kwam is de mogelijkheid van een soort studiehuisconstructie. Deze zou geleidelijk aan in fasen in het leven kunnen worden geroepen. Uit het contact met de donateurs blijkt steeds opnieuw dat de donateurs op verschillende wijzen met astrologie bezig willen zijn. We zouden bijvoorbeeld kunnen denken aan de volgende vier benaderingen. Profiel a: WvA-donateurs: Deze donateurs dragen de WvA een warm hart toe bijvoorbeeld om haar duidingsmethodiek of haar inspirerende gedachtegoed en willen haar doelstellingen ondersteunen. Dit zouden donateurs kunnen zijn die geheel vrijblijvend cursussen en lezingen volgen. Profiel b: WvA-horoscopisten. Bijvoorbeeld studenten die de Astrologische Basis Cursus (ABC) van de STOA volgen en deze met een examen afsluiten. Bovendien zouden zij cursussen psychologie, wereldbeeld/mensbeeld, zelfonderzoek, omgaan met cliënten enz. kunnen volgen.

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

Profiel c: WvA-astrologen: Deze donateurs gaan nog een stap verder dan de vorige categorieën. Zij volgen extra de vakken: Geschiedenis van de astrologie, Filosofie I, Astrotechniek, niet-WvA-technieken, uurhoekastrologie, relatiehoroscopie en beroepskeuzeastrologie, en zij verrichten bijvoorbeeld onderzoek. Profiel d: WvA-docenten: Deze donateurs hebben alle voornoemde stadia met goed gevolg doorlopen en bekwamen zich vervolgens bijvoorbeeld in onderzoeksmethoden, persoonlijkheidspsychologie, filosofie II, didactiek, scriptiebegeleiding, esoterische astrologie, WvA-astrologie en theosofie. In de profielen b, c en d kan elke WvA-donateur zich voor een onderdeel naar keuze inschrijven en daarbij aangeven of hij of zij al dan niet tentamen wil doen. Ook duidingscursussen op verschillende niveaus kunnen worden gegeven. Wie alle tentamens en werkstukken binnen een profiel met goed gevolg heeft afgelegd en gemaakt kan een diploma voor dat profiel krijgen en daaraan zekere rechten ontlenen. De verdieping Het studie- en verdiepingsproces uit de Doelstellingen kan op deze wijze beter tot zijn recht komen dan heden het geval is. Het onderzoeksaspect zou wellicht tijdens de studie kunnen worden gerealiseerd. Er kunnen kleine en grote onderzoeken in het studiehuis worden opgenomen. Ook zou cursisten gevraagd kunnen worden om schriftelijk verslag te doen van onderzoek of ervaringen met de studie. Deze kunnen in URANIA worden opgenomen of als losse publicatie het licht zien, zodat alle donateurs van de ontwikkelingen binnen de WvA op de hoogte kunnen blijven. Wij hopen dat ook het gebruik van onze bibliotheek op deze wijze geïntensiveerd wordt. Interactie Wij realiseren ons dat niet alle donateurs zich voor cursussen willen inschrijven maar toch voeling willen houden met andere donateurs en met de WvA. Daartoe zou de Kern een of twee maal per jaar een ontmoetingsdag voor donateurs willen organiseren die bijvoorbeeld de vorm van een workshop aan kan nemen. Bovendien kan elke donateur deelnemen aan een Regio en aan de regiodag, dit laatste natuurlijk alleen als hij of zij een regioverslag heeft ingestuurd. U RANIA heeft in de onderlinge communicatie uiteraard ook een belangrijke functie. Het seizoen 1999-2000 U begrijpt, net als wij, dat deze ideeën niet zomaar te realiseren zijn. Wij willen dan ook de laatste twee jaar in sector 12 gebruiken om uit te vissen (12) of, en zo ja hoe, één en ander te verwerkelijken is. De bijeenkomst van 9 oktober staat in het teken van het gezamenlijk zoeken naar een nieuwe vorm op basis van de hier gepresenteerde ideeën. Wij hebben reeds toezeggingen gekregen van een aantal prominente astrologen die behulpzaam willen zijn bij het

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

geven van cursussen. Voor het komend werkjaar hebben wij Paula Schreurs bereid gevonden het begin van dit proces samen met ons gestalte te geven. Zij zal een duidingscursus geven rond verschillende nog nader te bepalen thema’s. Paula zal daartoe op de bijeenkomst van 9 oktober aanwezig zijn. Het leven De Kern spreekt tenslotte de hoop en verwachting uit dat zeer veel donateurs aan deze nieuwe opzet hun bijdrage willen leveren, en zo de WvA-astrologie in het derde millennium van de christelijke jaartelling een nieuw en eigentijds elan zullen geven. De WvA -dat zijn wij, u en ik, alle donateurs- houdt zich bezig met de mooiste vorm van astrologie op aarde! Laten wij deze astrologie een nieuwe levensimpuls geven, een impuls, behorend bij het derde millennium. n Theo Ram, voorzitter.

VAN DE KERN FUNCTIEWISSELINGEN De eindredacteur van URANIA Binnen de Kern hebben een aantal leden een andere functie op zich genomen. Als eerste wil ik Jan Moerbeek noemen. Jan is pas enkele jaren lid van de Kern maar heeft zijn sporen binnen de WvA reeds veel langer verdiend. Onder zijn leiding als eindredacteur van U RANIA heeft dit blad zijn huidige vorm en inhoud gekregen. Hij heeft samen met eerst Christ Tielemans, en daarna met zijn zoon Ruben, kans gezien URANIA een eigen en herkenbaar gezicht te geven. Het blad straalt evenwicht uit. Het wordt verlucht met vele afbeeldingen en enkele tot nadenken strekkende uitspraken, de zogenaamde snippers. Het bevat meestal zowel luchtige als diep(er)gaande artikelen op vele gebieden, verwant aan de astrologie. Jan heeft met veel liefde, doorzettings- in incasseringsvermogen gezorgd dat het blad (bijna) elke keer weer op tijd in onze brievenbus gleed. Iemand die dit werk niet heeft gedaan beseft niet hoeveel tijd en energie hiervoor elke maand weer nodig is. Jan heeft aangegeven zich de komende tijd meer te zullen toeleggen op algemeen bestuurlijke zaken binnen de Kern, op het samen met Bea Moerbeek begeleiden van de nieuwe ABC en op persoonlijke astrologische studie. Hij heeft toegezegd zo af en toe wel een artikeltje voor URANIA te willen schrijven. Waarvan akte. Jan, mede namens de donateurs wil ik je ook via deze weg van harte danken voor al je werk voor URANIA en de hoop uitspreken dat je met vernieuwde energie je volgende pad zal gaan. De secretaris Ingmar de Boer heeft Jan Moerbeek opgevolgd als eindredacteur van URANIA. Om zich hieraan ten volle te kunnen wijden heeft hij zijn functie als secretaris neergelegd.

pag. 63

U weet waarschijnlijk dat de functie van secretaris een essentiële functie binnen een bestuur is, maar ook een ondankbare. Men ontvangt alle post, zorgt voor beantwoording, maakt notulen van vergaderingen, draagt zorg voor convocaties van bijeenkomsten en kernvergaderingen en houdt het adressenbestand bij. Kortom, men is een belangrijke schakel tussen “binnen” en “buiten” en is vooral dienend van aard. Ingmar heeft naast zijn drukke baan de afgelopen jaren zijn functie naar beste kunnen vervuld en heeft daarbij veel werk verzet. Wij danken hem voor al zijn werk en wensen hem veel energie en wijsheid bij zijn nieuwe functie als eindredacteur van URANIA. Niet ongenoemd wil ik het feit laten dat Ingmar voor de WvA de website heeft ontwikkeld en onderhoudt, een bijzondere klus waarvoor wij hem zeer dankbaar zijn.

komen. Ook vele bestuursleden van de Kern. Zij heeft met allen altijd goede contacten onderhouden, voorwaar geen geringe prestatie, want docenten en bestuursleden willen nog wel eens lastig zijn. Wij hebben van de zijlijn kunnen waarnemen dat Tineke in haar persoonlijke leven een markante ontwikkeling heeft doorgemaakt. Zij is nu op een punt gekomen dat zij haar werkveld van de studie van de WvAastrologie wil verleggen naar het optreden als therapeut. Zij zal daarbij gebruik maken van astrologie, Reiki, Bachremedies en reïncarnatietherapie. Ook haar intuïtie zal een belangrijke rol vervullen. De kern heeft eind augustus in gepaste vorm met een eenvoudig dineetje en een boekenbon afscheid van haar genomen. Wij wensen Tineke veel inspiratie en een gestaag groeiende cliëntenkring toe en hopen haar zo af en toe nog eens bij de WvA te ontmoeten.

De penningmeester Manja van der Toorn heeft reeds jaren lang het penningmeesterschap van de WvA onder haar beheer. Zij heeft dat met veel accuratesse en inzicht gedaan. Zij heeft een belangrijke bijdrage geleverd in het financiële reilen en zeilen van de WvA. Afgezien van het verwerken van de donatiegelden heeft zij elk jaar weer een sluitende begroting moeten fabriceren. Ik verzeker u dat dit geen sinecure is. Dat Manja ook nog de bibliotheek en de boekentafel verzorgt en een docentschap voor de ABC vervult, vervult ons met bewondering! Manja heeft aangegeven met het penningmeesterschap te willen stoppen en de functie van secretaris te willen vervullen. Manja, het is met het grootste respect en begrip dat we je hierbij alle succes toewensen en je bedanken voor alles wat je al voor de WvA hebt gedaan. Helaas heeft de Kern nog geen opvolg(st)er voor je kunnen vinden. We willen je vragen of je bereid bent dat penningmeesterschap “er nog even bij” te blijven doen.

Bea Moerbeek heeft de taak van Tineke op zich genomen. Zij heeft daarbij haar functie als ABC-docent neergelegd en deze overgedragen aan Ben de Beer, de schrijver van de nieuwe ABC. Behalve dat zij de STOA organisatorisch zal gaan leiden houdt zij zich intensief bezig met de totstandkoming van de ABC. De Kern is verheugd te kunnen melden dat de ABC goede vorderingen maakt. De eerste twaalf lessen zijn op een oortje na gevild terwijl een eerste versie van les 13 en 14 reeds het levenslicht hebben aanschouwd. Ik verklap u dat dit een prestatie van de bovenste plank is. Ik heb als voorzitter van de Kern indertijd de beslissing genomen om in mijn periode van voorzitter een nieuwe basiscursus het licht te laten zien. Ik wist dat het veel en moeilijk werk zou zijn, maar dat het zoveel en zo lastig zou zijn heb ik niet kunnen bevroeden. Zonder de tomeloze inzet van Ben de Beer, Jan, Bea en Ruben Moerbeek en Louise van Zanen zouden we niet zover zijn gekomen. Ik zwijg hierbij dan nog over de inzet van vele anderen die bij de totstandkoming van de nieuwe ABC betrokken zijn of waren. Ik neem mijn voorzitterspetje af voor allen en zou zeggen: “Nog even volhouden!” Ik wens Bea veel succes bij haar nieuwe functie. n Theo Ram, voorzitter

De directeur van de STOA Tineke Feberwee heeft aangegeven na 17 jaar het directeurschap van de STOA te willen beëindigen. Tineke heeft vele docenten en cursisten in die tijd voorbij zien

CHEIRON BIJ DE WERKGEMEENSCHAP VAN ASTROLOGEN Ben de Beer Charles Kowal ontdekte op 18 oktober 1977 een object aan de hemel. Hij deed de ontdekking met de 1,2 meter telescoop van het Mount Palomar observatorium in Californië. Eerst werd aangenomen dat het planetoïde was, met een baan die ver buiten de banen van de tot dan toe bekende planetoïden lag, namelijk tussen de banen van Saturnus en Uranus. Het object werd ook teruggevonden op oude fotografische platen, waarvan een uit 1895. In 1978 opperde Kowal reeds het idee dat het object misschien een komeet zou kunnen zijn. Hij stelde voor het object Cheiron te noemen, half mens

pag. 64

half paard, verwijzend naar de tweevoudige aard van het object, half komeet, half planetoïde. In 1988 werden een coma en een staart aan het object waargenomen. Vanaf dat moment werd Cheiron beschouwd als een komeet, maar een die veel groter is dan alle bekende kometen. Het nu volgende artikel is gepubliceerd in de Astrologische Agenda 2000. De agenda heeft als thema Cheiron en is te bestellen door overmaking van f 23,- op giro 2484611 t.n.v. Uitgeverij Astrodrama te Enschede, of voor f 19,50 te koop in de boekhandel. (Red.)

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

Enkele mythologische gegevens Cheiron, de bekendste en edelste centaur, is de zoon van Kronos en Filyra, een dochter van Okéanos. Kronos heeft zich met haar verenigd in de gedaante van een paard. Dat zou in de dubbele natuur van de zoon doorwerken. Cheiron heeft de woeste aard van het centaurvolk overwonnen en munt uit in gerechtigheid en wijsheid. Kundig, wijs, mild, godvruchtig en menslievend onderwees hij de helden der mensheid. Hij raakte bij ongeluk gewond door een giftige pijl van zijn trouwe leerling Herakles. Deze wond was ongeneeslijk en gaf een onverdraaglijke pijn. Aangezien Cheiron onsterfelijk was, zou hij ten eeuwigen dage hebben moeten lijden, als niet Prometheus zijn eigen sterfelijkheid voor hem had opgeofferd. Tenslotte plaatste Zeus hem (Cheiron) na zijn dood wegens zijn verdiensten als het teken Sagittarius (Toxotes in het Grieks) aan de hemel. Wat kan de WvA met Cheiron? De Werkgemeenschap van Astrologen (WvA) streeft van oudsher naar een systematische aanpak. Eén van de belangrijkste pijlers van het WvA-systeem is de Wet van twaalf of de Wet van het Object. Hierin heeft elk teken van de dierenriem een eigen heerser. Apollo is als heer van Leo de eerste en de hypothetische Demeter als heer van Cancer is de laatste. Apollo Vulcanus Venus

n e

heer teken

q f

r g

Mars

s h

Jupiter Saturnus

t i

u j

Uranus Poseidon Pluto PersefoneHermes Demeter heer teken

v k

w l

x a

y b

p c

z d

U ziet dus dat er geen plaats is ingeruimd voor Cheiron. Ook de Maan krijgt bij de WvA geen heersersrol toebedeeld. Dat kan ook niet, want bij de WvA wordt de Maan gezien als de samenvatter van het Subject dat zevenvoudig van opbouw is. krachten van het lager zelf

1n 2q 3r

7o

6u 5t 4s

krachten van het hoger zelf

1v 2w 3x

6z 70 5p 4y

Wat u hierboven ziet zijn de zes krachten van het lager zelf die worden samengevat in de menselijke ziel (o). Maar we hebben ook de krachten van het hoger zelf en die worden samengevat door de bovenmenselijke ziel (0). De overgang van lager zelf naar hoger zelf moet dus tussen Saturnus en Uranus liggen. En daar voldoet Cheiron nu zo mooi aan, want van Cheiron (©) weten we dat hij een baan beschrijft die de banen van Saturnus (u) en Uranus (v) raakt. Dat levert alles bij elkaar het volgende schema op:

n q r o s t u © v w x 0y p z

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

Gegeven dat Cheiron in de mythologie de leraar van der helden is, zo zouden we Cheiron in onze horoscoop kunnen beschouwen als het punt waarin we de leraar, goeroe of meester van wijsheid ontmoeten. Hij wacht op de drempel van twee werelden om ons verder te leiden. U begrijpt dat dit slechts bij uitzonderlijke mensen (helden) geschiedt. Mensen die door ernstig geestelijk streven in vele incarnaties helden zijn geworden en klaar zijn om met hun lager zelf te ontwaken in hun hoger zelf. Het zijn die psychisch volwassenen die, net als Cheiron, hun dierlijke krachten (u t s ) en hun menselijke krachten (n q r ) in hun persoonlijkheid (o) in evenwicht hebben gebracht. Daar zijn we dan mooi klaar mee, want de meesten van ons zijn nog lang niet zover. Dat wil echter niet zeggen dat Cheiron in de gemiddelde horoscoop geen werking zou hebben. In tegendeel, zou ik willen zeggen. Ieder mens zoekt namelijk van nature naar een voorbeeld, een leider, een goeroe. Als die niet gevonden wordt, ontstaat er eventueel een pijnlijk gemis in de psyche. Zou dat die wond kunnen zijn? Hij, de gemiddelde mens dus, zal zich daarom in meerdere of mindere mate tevreden stellen met een minder volmaakte leidsman of -vrouw. Zo zijn er in elke studie en in elk ambacht leermeesters te vinden. De juf van de kleuterklas is niet alleen maar de plaatsvervangende moeder, maar is nog meer de belichaming van de absolute wijsheid voor het jonge kind. In deze fase leeft het kind meer collectief (stand in teken), omdat de individuatie zich nog in een beginfase bevindt. Daarom werkt Cheiron bij kinderen min of meer op dezelfde manier uit. Naarmate een kind ouder wordt en zich losmaakt uit de dromerigheid van de eerste zeven levensjaren met hun ideale juffie, wordt Cheiron meer gebruikt voor andere idolen. Dan gaat echter de individuele stand van Cheiron (stand in sector met aspecten) een steeds grotere rol spelen en worden de verschillen duidelijker zichtbaar. De stand van Cheiron in sector (huis) laat zien in welke omstandigheid men zijn (haar) leidersfiguur of voorbeeld vindt. De stand in teken laat zien op welke wijze dat gebeurt en de aspecten laten zien of een en ander met spanning gepaard gaat of in harmonie verloopt. Zijn er echter geen aspecten, dan hoeven we ook niet veel van Cheiron te verwachten. Kortom, Cheiron, op de grens van twee werelden, de gewonde genezer, die als onsterfelijke de sterfelijkheid verkiest en de onsterfelijkheid in een verhoogde vorm terugkrijgt, wacht op ons. n Ben de Beer

pag. 65

IN MEMORIAM FLIP TOLLENAAR Op 12 september jongstleden overleed op 84-jarige leeftijd onverwacht onze donateur Dr. Ir. F. D. Tollenaar. De heer Tollenaar was gedurende vele jaren werkzaam bij het voedingsinstituut van TNO. Hij maakte daar deel uit van een groep wetenschappelijk medewerkers die interesse hadden opgevat in de astrologie zoals die door Ram in die jaren werd gebracht. Tot deze groep behoorden ook Jan van de Kamer en Joop Heins. In de vijftiger jaren ontwikkelden zij zich onder Ram’s bezielende leiding tot zeer kundige vakgenoten. Jan van de Kamer werkte het periodiek systeem van elementen uit in astrologische zin en Joop Heins werd bekend om z’n sterke intuïtieve en rake benadering van de horoscoopduiding. Tollenaar was een bescheiden en zeer gewaardeerd mens. Hij was buitengewoon breed onderlegd. Niet alleen was hij voedseltechnoloog en chemicus, maar ook onder andere Arabië-deskundige. Hij bezat een inmiddels legendarisch geworden archief. Hij stond bekend om zijn stijl, zijn scherpzinnig verstand en steeds gefundeerde en weloverwogen uitspraken. Tollenaar had overzicht en ziel. Er ging vorming en leiding van hem uit. Zijn omgeving waardeerde hem als leraar. In kringen van vakgenoten sprak hij open over astrologie en voor zijn promotie formuleerde hij zelfs een stelling erover. Op schampere opmerkingen van andersdenkenden gaf hij destijds reacties die nu, na veertig jaar, nog levendig in de herinnering zijn gebleven en respect nalaten: “Wees maar voorzichtig met een snel oordeel, want hier kon nog wel eens heel wat meer achter zitten.” Tollenaar had een moeilijk persoonlijk leven en een zwakke gezondheid. In de laatste jaren kwam hij weer regelmatig op de openbare bijeenkomsten van de WvA waarvan hij er zelf ook twee verzorgde. Kort voor zijn onverwacht overlijden zond hij zijn vriend en WvA-donateur de Brauw nog een enthousiaste e-mail over het komend cursusseizoen van de WvA. Zijn inbreng was gefundeerd en daarmee een bijdrage aan de ontwikkeling van de astrologie. Voor het wetenschappelijk werken in de WvA is zijn heengaan daarmee zonder twijfel een gevoelig verlies. Het was een voorrecht hem te hebben gekend. Onze dank gaat naar hem uit en onze wensen van vrede vergezellen hem. n

O verborgen licht trillend in ieder atoom; O verborgen leven stralend in ieder wezen; O verborgen liefde omarmend al in eenheid; Moge ieder die êên zich voelt met u, Weten dat hij êên ook is met ieder ander.

Paula Schreurs

pag. 66

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

ESOTERISCHE ASTROLOGIE EN DE OBJECTIVITEIT IN DE ASTROLOGIE Ingmar de Boer Inleiding De Oostenrijkse astroloog en kenner van de geschiedenis van de astrologie Wilhelm Knappich stelt in zijn boek Geschichte der Astrologie, dat de esoterische astrologie een slechts subjectief overdraagbare ervaringsleer is, die alleen door ingewijden kan worden begrepen.1 Sommige aanhangers van een dergelijke leer zien de astrologie als de ultieme samenvatting van religie, wetenschap en filosofie, ten onrechte volgens Knappich, omdat in het bijzonder de wetenschap zich strikt houdt aan het objectieve, het zintuiglijk waarneembare. Deze visie van Knappich roept de vraag op in hoeverre de astrologie in het algemeen, en de esoterische astrologie in het bijzonder, misschien puur subjectieve aangelegenheden zijn. In dat geval kunnen we ons afvragen of de astrologische duiding zich laat onderwerpen aan objectieve toetsing, zoals bij wetenschappelijk onderzoek naar de juistheid van door astrologen gedane uitspraken. Een puur subjectieve ervaringsleer kan zelf misschien wel als onderwerp van wetenschappelijk onderzoek dienen, maar biedt niet de mogelijkheid tot verificatie van haar stellingen en uitspraken, bijvoorbeeld door middel van onderzoek dat gebaseerd is op statistiek. Met name onder de astrologen die een esoterische wereldbeschouwing hebben, zien we vaak dat het objectiveren van de eigen overtuiging sterk wordt afwezen. De mystieke ervaringen die kenmerkend zijn voor de esoterie, zijn enerzijds sterk persoonlijk van karakter, terwijl zulke ervaringen anderzijds een ontwikkelingsgang laten zien die een universeel karakter heeft. Objectiviteit en objectivering hebben daarin naar mijn idee een cruciale functie, zoals ik in dit artikel hoop te laten zien. Ook in de praktijk van de astrologie is een objectiverende basishouding een noodzaak. Astrologie als geloofsopvatting Als astrologen maken we bij de duiding van de horoscoop gebruik van een astrologische methodiek die is geconstrueerd rond voorschriften voor berekening en technische analyse van de horoscoop. Om vervolgens de daaruit verkregen informatie te kunnen interpreteren, maken we, meestal niet zo bewust, gebruik van een bepaald beeld van de mens in relatie tot de hem omringende wereld. Er bestaat

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

een overeenkomst in structuur tussen de astrologische methodiek en ons mensbeeld, waardoor we weten hoe we de symbolen van de horoscoop moeten interpreteren. We weten dus op welke manier de symbolische taal van de horoscoop de menselijke persoonlijkheid beschrijft. Als we de lijn van Knappich verder doortrekken, zouden we ons kunnen indenken dat dit beeld van de mens iets volkomen subjectiefs is, waaraan geen enkele objectieve basis ten grondslag ligt.2 Soms kunnen we zeer overtuigd zijn van de juistheid van onze eigen opvatting over de mens, terwijl deze overtuigdheid op zichzelf de toepassing ervan in de astrologische praktijk niet rechtvaardigt. Ter illustratie: de planeten worden door veel astrologen gezien als drijfveren, hetgeen weleens tot problemen kan leiden. Zo vinden we bij astrologe Karen Hamaker-Zondag een “drift tot geestelijke en religieuze beleving”.3 We kunnen eraan twijfelen of de mens zo’n drift heeft, en als dit al het geval is, of we zo’n religieuze drijfveer dan wel een drift zouden moeten noemen. Ook de psychologie heeft overigens sinds de uitvinding van de driftentheorie geworsteld met de consequenties ervan en die worsteling is nog steeds niet ten einde. 4 Het mensbeeld, of liever gezegd de persoonlijkheidstheorie, het astro-psychologische model, is hier geen correcte beschrijving van de menselijke persoonlijkheid waarvan het model een afbeelding is. In figuur 1 zien we als horizontale stippellijnen de relaties tussen het drietal bestaande uit de astrologische methodiek, astro-psychologisch model en de objectiviteit/werkelijkheid van de cliënt weergegeven.

fig. 1 Deze horizontale relaties zijn afbeeldende relaties, dat wil zeggen er is een overeenkomst in structuur tussen de delen. Binnen het tweede drietal: horoscoop cliënt, duiding en de problematiek van de cliënt, zien we eveneens zulke

pag. 67

afbeeldende relaties. Het eerste drietal is een algemene weergave van de uitgangssituatie van de astroloog. Het tweede drietal is een weergave van de specifieke situatie van de cliënt. Het eerste drietal verhoudt zich tot het tweede als universeel tot partieel. In de figuur zijn dit de inclusierelaties (verticaal). Meestal zijn de persoonlijkheidstheorieën van astrologen geen welomschreven, wetenschappelijk getoetste of toetsbare. Het mensbeeld lijkt dan eigenlijk meer op een religieuze geloofsopvatting dan op een toetsbaar wetenschappelijk model. Uitspraken van astrologen zijn vaak niet gebaseerd op reproduceerbare strategieën, maar op associatieve verbanden en momentane ervaringsgegevens. Daarbij is vaak sprake van intuïtieve ingevingen. Eén en ander heeft als consequentie dat duidingen van verschillende astrologen onder dezelfde voorwaarden elkaar probleemloos kunnen tegenspreken. Van het oude idee van de astrologie als de moeder der wetenschappen is dan uiteraard geen sprake meer. De astrologie als “wetenschap” vormt op die manier geen consistent geheel. Mogen we dan eigenlijk nog wel spreken van astro-logie, de leer der sterren? Of moeten we voortaan gaan spreken over astro-praxie? In figuur 2 kunnen we zien hoe de duidingen van twee astrologen over een cliënt elkaar kunnen tegenspreken. In de figuur is het astro-psychologische model van de beide astrologen gestippeld getekend.

fig. 2 Er is hier geen expliciete relatie tussen de modellen en de objectiviteit, de werkelijkheid van de cliënt, waardoor de problematiek van de cliënt niet expliciet binnen het kader van het model kan worden geduid. Daardoor ontstaat een zekere willekeur in de interpretatie van de problematiek van de cliënt. Op die manier kan een situatie ontstaan waarin de cliënt wordt geconfronteerd met tegenstrijdige uitspraken over zijn problematiek. Nègre Alain Nègre verklaart het optreden van tegenstrijdigheden in de duiding op een andere manier.5 Hij meent dat de astrologie zich bedient van een speciaal soort logica, een ambivalente logica, die het mogelijk maakt dat astrologie bij de duiding van haar symbolentaal tot tegenstrijdige uitspraken komt. Daarmee zouden tegenstrijdige facetten

pag. 68

van de persoonlijkheid kunnen worden beschreven. Hieruit spreekt naar mijn idee een onderschatting van de betekenis van de logica in ons denken. De logische structuur van de astrologie kan niet fundamenteel anders zijn dan de logische structuur van de realiteit die wordt beschreven aan de hand van de astrologische symboliek. In figuur 1 zagen we deze overeenkomst in structuur weergegeven in de (horizontale) afbeeldingsrelaties. Als de “eigen logica” van de astrologie werkelijk contradicties zou bevatten, zou daarmee de realiteit niet kunnen worden beschreven. Tegenstrijdige uitspraken zijn immers zinledig, dat wil zeggen, ze geven geen informatie over de realiteit. Denk bijvoorbeeld eens aan: “ik ben een Waterman en ik ben geen Waterman.” Even nietszeggend is de uitspraak: “de Franse president Giscard d’Estaing was een vernieuwer maar hij was geen vernieuwer.” De situatie die door deze uitspraak wordt beschreven, is geen realiteit. De uitspraak verwijst niet naar een werkelijkheid en vertelt ons daarover dus niets. De astrologie heeft de logica even hard nodig als de wiskunde of natuurkunde die heeft. Een contradictie doet een astrologisch duidingssysteem in duigen vallen, evenzeer als een wiskundig model of een natuurkundige theorie op grond van een contradictie wordt weerlegd. Nègre verdedigt op deze manier het genoemde standpunt dat de astrologie een subjectieve ervaringswetenschap is. De astrologie heeft een eigen type waarheid dat fundamenteel verschilt van de waarheid van de wetenschap. Daardoor laat de astrologie zich niet onderwerpen aan toetsing door de wetenschap. Als we er vanuit gaan dat de astrologie uitsluitend subjectief is, dan zal ze uiteraard niet objectiveerbaar zijn. Dit biedt een verklaring voor het mislukken van verschillende op statistische methoden gebaseerde onderzoeken, aldus Nègre. Dit lijkt een zeer aantrekkelijke visie. “We begeven ons naar een dieper niveau van realiteit waar non-contradictie verdwijnt”, zegt Nègre, waarmee hij zich begeeft op het gebied van het onzegbare. Een gebied van waaruit een astroloog geen zinvolle informatie over de werkelijkheid kan geven, voeg ik er op grond van het voorgaande aan toe. Als het mogelijk is dat een astroloog aan de hand van een horoscoop iets zinvols over de werkelijkheid zegt, dan moet er zekere overeenkomst bestaan tussen deze objectieve werkelijkheid en de subjectieve inhoud die de astroloog uit de symbolen van de horoscoop leest. Als dat niet het geval is, dan betekent dat, dat de uitspraken van de astroloog niets anders zijn dan arbitraire geloofsuitingen die geen enkele aanspraak kunnen maken op waarheid of juistheid. Esoterie en new age In de Werkgemeenschap van Astrologen is het tot nu toe steeds gebruikelijk geweest te denken dat het astropsychologische model van de WvA niet slechts een puur

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

subjectief gegeven is, maar dat dit model ook een objectieve kant heeft. De WvA-astrologen gebruikten in het verleden echter niet de termen mensbeeld en psychologisch model. Het woord astrologie zelf betekende voor hun in de eerste plaats een in de esoterie geworteld mensbeeld. Het woord horoscopie werd dan vaak gebruikt als aanduiding van de activiteit van het maken van horoscopen. Het begrip theosofie werd onder meer gebruikt als aanduiding van een totaal aan esoterische kennis. Hierbij gaat het om kennis die kan worden verkregen in verschillende stadia van zelfonderzoek tot en met meditatie. Het idee van de ontwikkeling en voltooiing van de menselijke persoonlijkheid is een van de kernideeën van het buitengewoon complexe begrip esoterie. Daarnaast is het verruimen van inzicht, een gerichtheid op ervaringen met de “bovennatuur” en het denken vanuit de gehelen van mens, aarde en zonnestelsel, kenmerkend. Sinds de jaren tachtig is de esoterie steeds meer in het licht komen te staan van de new age-cultuur. De hoofdingrediënten van het new age-denken zijn een bijzondere aandacht voor meditatie, ontsnapping uit de maatschappij en de oosterse leer van karma en reïncarnatie. De leer van karma biedt richting en zingeving op individueel niveau. Hieraan is in de westerse samenleving ruim behoefte nu de kerkelijke religie niet goed meer in staat blijkt hierin te voorzien. De afkeer van het wereldse en de nadruk op het innerlijk beleven in de new age-filosofie culmineren in het idee dat de wereld niet anders bestaat dan in de psyche, of in elk geval sterk afhankelijk is van het subjectieve. Het lot van de mens wordt, gezien in het licht van karma, geheel bepaald door de keuzes die hij in het verleden heeft gedaan. Hij is op die manier verantwoordelijk voor alles wat hem overkomt. Ziekte wordt bijvoorbeeld beschouwd als een gevolg van verkeerde zienswijze, of ongeluk als het gevolg van eerder opgebouwd slecht karma. In de meest bekende van de Indiase filosofische stelsels, de vedanta, wordt de objectiviteit gezien als begoocheling en aangeduid met het begrip maya. Deze filosofie heeft in de new age-beweging veel invloed. Ook speelt het mahayana boeddhisme, in het bijzonder het Tibetaans boeddhisme, een grote rol in de new age beweging. In de belangrijkste richting binnen deze religie, de madhyamika school, worden de objecten van het menselijk kennen beschouwd als leegte. In de Hart-soetra vinden we de regels van de boeddha Avalokiteshvara: Vorm is niets anders dan leegte; leegte is niets anders dan vorm. Ook deze prachtige regels laten hier slechts zien dat het objectieve in het new age-denken weinig aan het woord is. De visie die het op zichzelf bestaan van de objectiviteit ontkent, noemt men in de westerse filosofie idealisme. Het consequent ontkennen van het bestaan van de buitenwereld wordt ook wel solipsisme genoemd. We zouden de neiging naar het filosofische idealisme kunnen zien als kenmerkend voor de new age-beweging.

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

Hedendaagse astrologie De astrologie is in het afgelopen decennium sterk beïnvloed door het new age-denken. In de hedendaagse astrologie is in het algemeen bijna geen aandacht voor het objectieve te vinden. Het feit dat een groeiend aantal astrologen tegenwoordig weer zonder sectorenverdeling werkt, is een opmerkelijk gegeven. Er schijnt in hun wereldbeeld geen plaats te zijn voor de levensgebieden, voor het objectieve. Het Ebertin-systeem is een voorbeeld van een systeem dat in principe zonder sectoren werkt. De Babylonische astrologen uit de oudheid gebruikten ook geen sectorenverdeling. In de Babylonische cultuur was het rationele beschouwen van de wereld nog nauwelijks ontwikkeld. De scherpe scheiding tussen subject en object in het bewustzijn van de mens die wij in onze tijd ervaren, tussen binnen- en buitenwereld, was in de Babylonische tijd wellicht minder sterk aanwezig dan nu. Ontwikkeling Als de mens niet op één of andere manier in relatie staat tot de buitenwereld, is eigenlijk geen persoonlijke groei mogelijk. Bij de innerlijke ontwikkeling van de mens speelt het objectieve een voorname rol. Ook de boeddhistische monnik die een week lang in een donkere grot mediteert op het begrip leegte, staat in relatie tot het object. De Indiase sadhu die zijn lichaam aan zijn wil onderwerpt, staat in relatie tot het object. Beiden brengen de invloed van het zintuiglijk bestaan onder controle van het ik, maar zij zouden geen van beiden solipsist kunnen zijn. Wat zou het voor zin hebben je los te maken van een wereld waarvan je het bestaan niet op één of andere manier erkent? Het doel van menselijke evolutie wordt in esoterische wereldbeschouwingen vaak gezien als het verkrijgen van zelfbewustzijn. Het herkennen en kunnen onderscheiden van subject en object in hun onderlinge relatie is daarin een belangrijk punt. Zelfbewustzijn op een bepaald gebied ontstaat als resultante van de ervaring op dat gebied. Th.J.J. Ram geeft in zijn boek Psychologische Astrologie een beeld van een elementaire ervaring.6 Zijn beeld is een interpretatie van de leer van de twaalf schakels van afhankelijk bestaan (nidana’s) uit de boeddhistische abhidharma psychologie. Kort samengevat komt zijn visie neer op het volgende. In de dierenriem, als voorstelling van de twaalf fasen van bestaan, zien we het subject in relatie treden met zijn omgeving, het object. De vuurtekens vertegenwoordigen het subject op zichzelf, nog los van een object. De aardetekens vertegenwoordigen het object waarmee het subject in contact kan treden. In de luchttekens zien we een relatie ontstaan tussen het subject en het object. Bij water ontstaat bewustzijn omtrent de aard van het object, en daarmee ontstaat ook de mogelijkheid van het onderscheid tussen subject en object. Het element water vertegenwoordigt het realiseren van het Ik ben dit niet7 waardoor op het betreffende gebied als het ware een kwantum van zelfbewustzijn wordt gegenereerd. Het object doet zich zo -in drie maal vier fasen- kennen aan het subject, of omgekeerd: het subject leert zichzelf kennen in zijn gang door de twaalf fasen van het object.

pag. 69

Ram en Hegel Th.J.J. Ram beschouwt subject en object beide dus als essentiële factoren in de menselijke ontwikkeling. Niettemin noemt hij elk verschijnsel een “verobjectiveerde ideatie”, een tot voorwerp geworden idee. Het lijkt alsof Ram het onafhankelijk bestaan van het object dus ontkent en zich daarmee plaatst in de filosofische richting van het idealisme. In zijn beschouwingen over subject en object, haalt Ram op een aantal plaatsen Georg Wilhelm Friedrich Hegel aan, die als filosoof een vertegenwoordiger is van het idealisme.8 Hegel ziet het objectieve als iets wat we niet volledig kunnen kennen. We kennen het object alleen als verschijning, dat wil bij Hegel zeggen niet alleen in relatie tot het subject, maar ook in relatie tot het absolute.9 Het object is de manifestatie van de absolute geest. In die zin is het object bij Hegel dus geen op zichzelf staand principe. In de absolute geest zijn subject en object één. Het absolute, het subject en het object in de mens, verhouden zich tot elkaar als respectievelijk potentieel, ideëel en reëel, of zoals we bij de WvA meestal zeggen: aanleg, wezen en werkelijkheid. Verderop in het boek zegt Ram echter dat hij als werkhypothese aanneemt dat het object een principe op zichzelf is. Voor de psychologische astrologie is dat standpunt wellicht ook het meest praktische. In het dagelijks leven functioneert de mens nu eenmaal binnen de beperkingen van de stof. De astroloog moet daar volgens Ram in zijn praktijk rekening mee houden en de mogelijkheden en onmogelijkheden van de objectieve aanleg van de cliënt uitleggen. Daaraan zouden we in bescheidenheid kunnen toevoegen: indien het mensbeeld van de astroloog hiertoe tenminste de gelegenheid biedt, en hem niet uitsluitend beperkt tot het subjectieve in de mens. Yogafilosofie Een hindoeïstisch filosofisch stelsel waarin de geestelijke ontwikkeling centraal staat, is de yogafilosofie. Binnen new age en esoterie is deze filosofie in algemene zin een factor van betekenis. In de Yoga sutra’s van Patanjali, gedateerd rond 425 n.Chr., vinden we vele aforismen over de verhouding tussen subject en object, beschreven in zowel het dagelijks leven als in verschillende stadia van meditatie.9 In dit geschrift wordt het object beschouwd als iets wat we alleen werkelijk kunnen kennen wanneer we ons denkvermogen bevrijden van de invloeden die het zelf aan de waarneming toevoegt. In feite is dit ook de definitie die Patanjali aan het begrip yoga geeft, namelijk het doen ophouden van de verstoringen van ons denkvermogen om te komen tot zuivere kennis en uiteindelijk verlossing van de heerschappij van de zintuigen en, dientengevolge, bevrijding van karma. Patanjali is heel duidelijk over de vraag of het object iets op zichzelf staands is of niet. In de aforismen 15 en 16 in hoofdstuk IV zegt hij dat objecten bestaan buiten het denkvermogen van verschillende waarnemers, dat het bestaan ervan niet afhankelijk is van het denkvermogen van

pag. 70

een enkele waarnemer. Patanjali is klaarblijkelijk geen idealist. In hoofdstuk II aforisme 18 wordt beschreven wat de functie is van het object: Het Geziene (de objectieve kant van de manifestatie) wordt gevormd door de elementen (...) en heeft ten doel ervaring en bevrijding te schenken. Dit beeld kunnen we vergelijken met het “proces van kennisname” zoals beschreven door Ram. Daar wordt de objectiviteit inderdaad in letterlijke zin gevormd door de astrologische elementen. Verder gaat de vergelijking mank. De yogafilosofie kent vijf elementen, die corresponderen met de vijf zintuigen, anders dan de astrologische elementen. De functie van het “geziene” is echter gelijk, namelijk ervaring te schenken en uiteindelijk bevrijding. In deze opvatting is het bestaan op aarde dus een leerschool, in plaats van een gevangenis voor de geest. Vergeefs werken aan ontsnapping uit een vermeende gevangenis is iets fundamenteel anders dan in hoog tempo de lessen te leren die op ons pad komen. Het verschil zit vooral in het niet accepteren van de wereld zoals die via de zintuigen tot ons komt. Daarmee is ook de mogelijkheid tot integratie van de ervaringen als het ware geblokkeerd, hetgeen uiteraard gevolg heeft voor het verloop van de persoonlijke ontwikkeling. We geven daarmee in zekere zin de macht over ons leven en de mogelijkheid tot bevrijding uit handen. Verificatie Een consequentie van het solipsisme is, dat men het bestaan van andere subjecten betwijfelt. Het begrip solipsisme betekent letterlijk dat de waarnemer, het subject, alleen zelf bestaat (solus ipse). Als we ons inleven in het tegenoverliggende standpunt, waarbij dan tenminste een zekere mate van objectiviteit wordt nagestreefd, zien we dat hierin een zekere verruiming van de eigen opvattingen is te vinden. Het streven naar objectiviteit brengt met zich mee dat we met elkaar en anderen in gesprek moeten blijven over onze opvattingen. Voor ons als astrologen betekent het, dat wij in beginsel bereid zijn onze opvattingen ter discussie te stellen, en onze eventuele astrologische theorieën in de openbaarheid ter verificatie aan te bieden. Het astrologisch consult In het astrologisch consult speelt het intersubjectieve, of liever gezegd het intermenselijke, een hoofdrol. Voor zinvolle communicatie met de cliënt is het nodig dat de cliënt en astroloog een referentiekader delen. Naarmate we in wijdere kring astrologische diensten verlenen, groeit de noodzaak zich te bedienen van algemeen begrijpelijke termen. Daarvoor wordt vaak gebruik gemaakt van psychologisch jargon. De terminologie van Jung is onder astrologen lang favoriet geweest. We kunnen daarbij denken aan de wijde bekendheid die de termen projectie, onbewuste, verdringing, en archetype hebben gekregen. Begrip over en weer is een voorwaarde voor een geslaagd consult, en met het dagelijks

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

taalgebruik kunnen we meestal op het gebied van de ziel niet voldoende uit de voeten. Het bewust gaan hanteren van psychologische modellen wordt dan noodzakelijk. De praktiserende astroloog kan niet optimaal communiceren zonder in zekere mate zijn impliciet gehanteerde mensbeeld te objectiveren. Zonder het streven naar objectiviteit kunnen diploma’s, keurmerken of kwaliteitsgaranties van astrologen geen inhoud hebben. Zonder het formuleren van objectieve criteria, kan over de kwaliteit van een astrologisch consult immers niets zinvols worden vastgesteld. Als de geloofsopvatting van de astroloog boven objectieve toetsing wordt verheven, heeft de cliënt geen criterium op grond waarvan hij de astroloog kan weerspreken. Een klachtencommissie zou bijvoorbeeld het handelen van een astroloog niet af kunnen keuren als geen objectieve criteria kunnen worden geformuleerd voor de beoordeling van zijn handelwijze. Objectiviteit bij de WvA De WvA heeft een eigen systeem voor de berekening en technische analyse van de horoscoop dat nauw samenhangt met het astro-psychologische model van de WvA. Een samenhang tussen uitkomst van berekening en technische analyse enerzijds en het astro-psychologische model anderzijds is, zoals we eerder al zagen, een noodzakelijke voorwaarde om de gegevens die uit berekening en technische analyse worden verkregen goed te kunnen interpreteren. Als we hier ook weer de door Knappich beschreven lijn doortrekken en stellen dat het psychologische model iets puur subjectiefs is, dan vervalt daarmee ook iedere grond om een systematiek te hanteren voor de berekening en technische analyse van de horoscoop die verschillende astrologen gemeenschappelijk hebben. Iedere astroloog zou dan het beste zijn eigen systeem kunnen ontwerpen dat aansluit op zijn persoonlijke opvatting over mens en wereld. Het idee dat de astrologie van de WvA ook een objectieve kant heeft, kunnen we ook terugvinden in de statuten van de WvA, waarin als eerste doelstelling is neergelegd “studie en onderzoek van de astrologie”. Een andere doelstelling is het bewerkstelligen van “officiële erkenning” van de door de stichting uit te reiken diploma’s. Deze doelstellingen zouden niet erg zinvol zijn als je het strikt subjectieve standpunt in zou nemen dat door Knappich wordt beschreven. Verder mag uiteraard niet onvermeld blijven dat het objectieve, in de vorm van het Object, dat gebaseerd is op aspectverbanden tussen de heren van de sectoren, een belangrijke plaats heeft in het duidingssysteem van de WvA. Conclusies Ter afsluiting zou ik de conclusies die we kunnen trekken naar aanleiding van het bovenstaande, in de vorm van een aantal stellingen willen opsommen. Deze zouden kunnen dienen als uitgangspunt voor verdere studie en discussie. 1. Als we ervan uitgaan dat het mensbeeld dat achter de astrologische duiding staat geheel subjectief is, dan

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

kunnen we de astrologie niet meer zien als een soort wetenschap. Astrologen kunnen dan geen aanspraak maken op waarheid of juistheid van hun uitspraken. Astrologie is in dat geval meer een geloofsopvatting. 2. Astrologie maakt geen gebruik van een eigen soort logica. Er kunnen geen echte contradicties bestaan in een duidingssysteem. 3. Esoterie is in het licht komen te staan van de new age cultuur. De (esoterische) astrologie is mede daardoor meer subjectief van karakter geworden. 4. Esoterische astrologie houdt zich bezig met de innerlijke ontwikkeling van de mens, en kan in zoverre niet geheel subjectief zijn. Voor ontwikkeling is de objectiviteit nodig. Voor esoterie is objectiviteit nodig. 5. Een plaats inruimen voor objectiviteit in een duidingssysteem is wenselijk omdat in het leven van de mens de beperkingen van zijn omgeving een fundamentele rol spelen. 6. Communicatie, zowel in het astrologisch consult als tussen astrologen onderling, vereist objectivering. 7. Daarnaast is een objectiverende grondhouding in de astrologische praktijk noodzakelijk omdat daarin behoefte zou kunnen zijn aan externe toetsing of vergelijking. 8. Er is geen fundamentele reden te vinden waarom astrologische duiding zich niet zou laten onderwerpen aan wetenschappelijke toetsing. 9. Astrologie is niet een slechts subjectief overdraagbare ervaringsleer. Esoterische astrologie zou die kwalificatie ook niet moeten krijgen. n Noten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

W. Knappich, Geschichte der Astrologie, Vittorio Klostermann, Frankfurt, 2e dr. 1988, p.309-311. Een omschrijving van het begrip mensbeeld is te vinden in Dr. R.C. Kwant, Mensbeeld als referentiekader, 1986, Acco, Amersfoort. K. Hamaker-Zondag, Wezen en werking van planeten, Schors, Amsterdam, 1980, p.15. J.J.F. van Rooij, Astrologie op de weegschaal: een kritische beschouwing over de astrologie als alternatieve persoonlijkheidstheorie, Swets & Zeitlinger, Amsterdam, 1991, p.111. A. Nègre, Wetenschap en astrologie, in Urania jg.92, nr.3 (zomer 1998), jg.92, nr.4 (herfst 1998) en jg.93, nr.1 (winter 1999). Het “proces van kennisname”, pp. 49-51, 1e dr. (p.51-53 2e dr.). Bhagavan Das, The Science of Peace, Theosophical Publishing House, Adyar, 1921, p.38 & p.98, Sanskrit: “Aham eñañ na.” Bijvoorbeeld in Th.J.J. Ram e.a., Psycho-astrologische encyclopedie, onder “Geest”. G.F.W. Hegel, Encyklopädie der Philosophischen Wissenschaften, ed. Bolland, Leiden 1906, p.65 (§ 45 Zusatz). I.K. Taimni (vert.), De Yoga-Sutras van Patanjali, Esoterische Studiegroep Theosofie, Den Haag, 1975.

pag. 71

AANLEG, WEZEN, WERKELIJKHEID Th.J.J. Ram Dit artikel is een deel van de stof van een cursus die Th.J.J. Ram heeft gegeven in de jaren 1952-54. De cursus handelde over H.P. Blavatsky’s boek “De Geheime Leer”. Van deze cursus is door een van de cursisten een verslag gemaakt waarin min of meer letterlijk de zinnen van Ram zijn opgeschreven. Deze tekst is een bewerking van een gedeelte daarvan, door Louise van Zanen. Wij kennen in de astrologie de prachtige drieslag aanlegwezen-werkelijkheid, en we kunnen proberen daarmee iets te doen ten aanzien van onze studie van de symboliek. De verhouding aanleg-wezen-werkelijkheid is goed uit te beelden in de metafoor van een elektriciteitscentrale. In deze centrale wordt een kracht opgewekt. Deze kracht bestaat vooreerst nog op zichzelf, zonder aanwending. Ze is “in aanleg” aanwezig en je vooronderstelt, dat de kracht wel ergens voor zal worden gebruikt. Effectief wordt zij pas, als er ergens kortsluiting wordt gemaakt. Langs de elektrische leiding wordt onder zeer hoge spanning de elektriciteit, de aanleg, verder geleid. Nu is de kracht in beweging, uitstromend, het wezensaspect. Wordt nu een apparaat aangesloten, dan wordt de kracht tot werkelijkheid. Zolang de weerstand niet is aangeschakeld, stroomt de kracht. Alle drie aspecten zijn altijd aanwezig, ze zijn wel te onderscheiden, maar niet te scheiden. Een symbool in de aanlegfase is een deel van een drievoudige reeks. Binnen het kader van die reeks krijgt het betreffende symbool haar betekenis. In de aanlegfase kun je het symbool zien als aanwezig, maar nog niet in beweging. Het gaat om een potentie, die is. Vervolgens kijken we wat de betekenis van het symbool is, als er beweging ontstaat. Dan kun je de vraag stellen naar de functie van het symbool (wezensfase). Tenslotte zien we hoe het symbool tot concrete werkelijkheid wordt (werkelijkheidsfase). We zien deze fundamentele gegevens telkens terug in elke verschijningsvorm. Voor het “product” er is, gaat er heel wat aan vooraf. Bij het bestuderen van kosmische symboliek moet je alles grootkosmisch duiden. De witte cirkel, bijvoorbeeld, is in aanleg een bepaalde Ruimte, een afgescheiden en daardoor begrensde hoeveelheid homogene Stof. Je ziet een wit vlak met daaromheen een cirkel. Je kunt denken aan een omsloten deel Ruimte, of aan een omsloten deel Stof. We hebben het hier niet over het allereerste begin, maar over het bouwen van een cosmos. Dit vooronderstelt, dat er al iets is geweest. Over het allereerste begin wordt bijna nooit gesproken - soms alleen

pag. 72

in heel vage termen. Er is een verband tussen Ruimte en Stof, omdat Ruimte niet leegte betekent. Als Ruimte alleen volkomen leegte zou betekenen, niet-zijn, dan zou er geen begrenzing zijn. De Ruimte is altijd gevuld met mulaprakriti (wortelstof, oerstof; een woord, dat metaforisch moet worden opgevat, LvZ). Het gaat hier dus om Stof in aanleg (eerste fase van de drieslag), om iets, dat afgescheiden wordt van een groot geheel. Binnen die kring is dan het beginsel waarmee de entiteit gaat werken. Het wezensaspect geeft aan, dat een cirkel een middelpunt vooronderstelt, want zonder middelpunt kun je geen cirkel maken. Er moet ook ergens een hand zijn geweest, die de passer heeft gehanteerd. Dit is een voorstelling in het platte vlak - in werkelijkheid moet je je een bol voorstellen. Het middelpunt is eigenlijk het éne eindpunt van een straal (het éne been van de passer) dat getrokken wordt vanuit een punt dat erboven ligt. In de werkelijkheidsfase zien we een geestelijke entiteit, die de Stof tot zich heeft getrokken en om zich heen heeft gerangschikt. In theosofische termen hebben we nu te maken met de drie Logoi: Aanleg 1e Logos; Wezen 2e Logos; Werkelijkheid 3e Logos. De drie fases geven verhoudingen aan, die altijd gezamenlijk aanwezig zijn in elke schepping. Wij zien de werkzaamheid van de 3e Logos, die voor ons werkelijkheid is. Nogmaals terug naar de besproken symbolen. Blavatsky beschrijft het ontstaan van een middellijn in de cirkel en laat in het midden hoe die lijn er komt. Het meest waarschijnlijke is natuurlijk dat die lijn ontstaat vanuit het middelpunt. Dit symbool drukt een eerste verschijning uit. Een deel van de geestelijke Entiteit plaatst zich aan de éne kant van de bol, die wij Geest noemen, een ander deel komt aan de andere kant, die wij Stof noemen. In aanleg gaat het hier om de eerste polarisatie, het opbreken van het veld, waarbij tegenstellingen ontstaan. In wezen ontstaan daardoor een krachtenspel, waardoor het magische, onzichtbare vierkant ontstaat. Het derde symbool is het kruis in de cirkel, hetgeen de werkelijkheid symboliseert. De verticaal geeft aan, dat de polarisatie is

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

Merlin’s Deluxe Astrology Book „

'

ªó10 °3 8'

å

å

å

é

Ì

èã

‡ ó 2

Õ Ô

Î

Ï

æ

7'

å

€

0'

9' 08 °0 6'

2 1 °2

03 °3

¨ó Ÿó “ ‰

§ó

Š

›

0°07'

159

‘

11

™ ⠛ â á

é å å



Ÿ æ ê å

¡

Aspecttotalen â æ ê è ä £ æ ¦ é ä §

é é ã ê å è å

Totaal

—



‘

¨

Ÿ

¡

—

§ À

£

¦

æê“ â ê —å æ é £æ Ÿ é¦ äêå§ åä ˜ é  åê ç ™é ⠛ âá é À æ¨ é ¡ ‘

£

29°26'45" ‚ ‘ 8°05'41" ‰ “ 19°32'54" ƒ ˜ 14°54'09" „ 12°24'41" „ 22°40'08" ‡ é 3°39'29" ‰ ä â 13°53'07" „ 3°10'13" ‡ é æ 0°52'17" … å ê 1°24'26" ‹ ê å 13°44'10" … ê å 21°20'02" ˆ 22°28'40" † é ç 1°07'36"  æ é 10°37'36" † è

˜

Spinneweb

™

V

Tropisch (standaard) Haly - APC Topometrisch Gem. snelheid 1 seconde Ascendant Ja

“

‹

4°54'

—(¨)

À

™

0°11'

4'

IX ˜

‘ “ ˜ ™ › ó Ÿó ¡ £ó ¦ §ó — ¨ó À ¬ ªó

é

é

0 1 °2

ˆ

Zodiak Sectoren Planeten Aspecten Accuratesse Ascendant Ware plaats

€ 22°29'

åå

â

19°37'

I

Ð

Anoniem Zandvoort Nh 52°22'00" NB 4°32'00" OL 21-06-1959 14:55:00 13:55:00

Systeemgegevens

¬

Ò

æ

17°13'

£

01 °0 8'

ä

ä

ê

0'

ê

Ñê

Í

éè

æ

Ó

é

é

2°4

é

Ö ×

ê

æ

£ó 03 °1 0'



13°13' æ

ê é

† 22°29'

19°33'

ââ á å å ç

°44

3°30'

Naam Plaats Breedte Lengte Datum Lokale tijd GMT

14°37'

‘

4'

13

†

˜

12°25'

14 °5

—

13°53'

™ ¡ ›

¦

‚

2 9 °2

8°45'

Horoscoopgegevens

ƒ

0°07'

… 2'

Afbeelding: Diagram over de drie aspecten van het goddelijke uit het 17e eeuwse alchemistische werk Sylva Philosophorum van Cornelius Petraeus.

Astral 0 0 °5

gelukt. Gaf de horizontale as de scheiding tussen Geest en Stof aan, dan geeft de verticaal de verbinding. In aanleg wordt in dit symbool dus de tweede Logos geaccentueerd, zonder meer. Het wezenaspect drukt zich uit als beweging, die van boven naar beneden gaat en omgekeerd (pulseren). In werkelijkheid hebben we met de derde Logos te maken. Blavatsky wijst ook nog op het symbool van de cirkel met middellijn, waarbij vanuit het middelpunt een loodlijn naar beneden loopt. Hier zien we de Hebreeuwse letter Tau. Soms wordt de middellijn afgebeeld als een cirkel met daaronder een horizontale lijn. Deze horizontale lijn geeft in haar oorspronkelijke vorm een neutrale scheiding tussen Geest en Stof aan. Met de loodlijn erbij hebben we te maken met een symbool van Involutie en Evolutie. In aanleg wordt het middelpunt en de pool aan de stofkant geaccentueerd. Maar je kunt de beweging langs deze loodlijn zien als opwaarts of als neerwaarts. Je kunt het accent leggen op de neerwaartse lijn: dan heb je te maken met de Geest, die zich steeds dieper in het stoffelijke hult. Maar met accent op de opwaartse beweging stijgt de Geest omhoog uit de Stof, voorzien van de mogelijkheid van zelf-bewustzijn, waarmee hij groeit tot het middelpunt. We zien dus dat Involutie en Evolutie langs dezelfde lijn verlopen.De mens is degene, die het eerste contact met de Ruimte krijgt, die van de Geest is. Hoe klein het cirkeltje boven de horizontaal ook is, het symbool geeft altijd aan: het stadium van de mens is bereikt, de mens heeft iets van de Geest. Bij de Egyptenaren werd dit gegeven aangeduid met de Ankh, het levensteken. n

Uit 3 8 2 13

In 1 10 1 12

Toe 1 12 3 16

Verheffingen ¨ æ À

¬ ª

Verheffing Sterk Zwak Val K.gang

Ÿ ¡

Ess.

Af 3 6 0 9

›

Tot. 4 18 3 25

Acc.

Ì ÕÔ Ö Ô

Astral is een deluxe astrologieprogramma. Bijzonder uitgebreid en accuraat, bijzonder mooi om te zien, bijzonder handig in het gebruik. Astral ondersteunt diverse astrologische systemen, waaronder het WvA-systeem. Astral geeft u veel kleurige tekeningen en tabellen, en een professionele afdruk van de horoscoop op papier. Een uitgebreid on-line handboek van ruim 150 pagina’s behandelt alle opties en technische achtergronden. U kunt de shareware versie van Astral al voor 15,00 aanschaffen. U kunt het programma dan (met een paar kleine beperkingen) rustig zelf uitproberen. Als u het programma binnen vier weken bestelt, krijgt u dit bedrag zelfs retour! De volledige versie kost 145,00. Minimum systeemeisen: 486DX-66, Windows 3.11, 256-kleuren scherm. Merlin’s Software Postbus 473 * 3700 AL ZEIST Web site: http://www.merlinsoft.club.tip.nl E-mail: [email protected] Tel: 030 - 6961937

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

pag. 73

H.P.BLAVATSKY'S DENKBEELDEN OVER ASTROLOGIE Jutta K. Lehmann1 We zullen dit onderwerp benaderen op de volgende vier kernpunten. 1. De oorsprong van de astrologie. 2. Astrologie als wetenschap.3. De toestand van de astroloog. 4. HPB’s antwoorden op veelgehoorde kritiek. (SD staat voor The Secret Doctrine, en CW voor de Collected Writings2 ) De oorsprong van de astrologie Het geloof in de astrologie is diep geworteld in HPB’s filosofische systeem, en is gebaseerd op haar kennis van en overtuigingen over de oorsprong van de dierenriem. In deel I en II van haar hoofdwerk The Secret Doctrine, stelt zij dat de oorsprong van de dierenriem kan worden teruggevoerd tot de Atlantische tijd. Atlantis (dat ze beschouwt als een historisch feit) is tevens de geboorteplaats van de meest kundige aller astrologen, bekend onder de Sanskrit naam Asuramaya, die overigens ook een van de grootste astronomen en magiërs was. De tijdrekenkunde en berekeningen van de brahmaanse ingewijden zijn gebaseerd op de zodiakale kronieken van India, en het werk van... Asuramaya. (SD II, 49) Al in deel I van de Secret Doctrine begint HPB met uitgebreide berekeningen (SD I, 657-668) om te bewijzen dat de ontdekkingen van Hindoe astronomen (die in die tijd tevens astroloog waren) al van ouder datum zijn dan die van de Grieken. Ze valt de wetenschappers van haar dagen aan op hun onvermogen de ware oorsprong en ouderdom van de dierenriem te kunnen beoordelen. Daar was heel wat moed voor nodig in de hoogtijdagen van de christelijke missie in India, volgens welke de Indiërs werden beschouwd als barbaren die het licht van Jezus nodig hadden. Het was daarom niet verbazingwekkend dat haar bewering dat de Indiers in feite meer wisten over ons heelal en veel betere astronomen waren dan de westerse, en dat zij ons denken over deze zaken zelfs zouden hebben beïnvloed, niet in dank werd ontvangen. India en Egypte werden door HPB beschouwd als heilige plaatsen van deze oude wijsheid over de sterren en het universum. Sporen van deze oorsprong, zet zij uiteen, zijn herkenbaar in de dagen van onze week. Die dragen de namen van de planeetgoden van de Chaldeeërs, die, zo stelt zij, deze weer vertaalden van die van de Ariërs. HPB zinspeelt er in haar tekst op dat wij de kennis van de ware oorsprong van de astrologie met haar esoterische wortels, zijn kwijtgeraakt. Zij zegt: “De sleutel tot ceremoniële of rituele

pag. 74

astrologie is met de teraphim en de urim en thummim van de magie voor Europa verloren. Vandaar dat onze eeuw van materialisme de schouders ophaalt en in de astrologie een huichelares ziet. (CW XIV, 352)3 We raakten ook het verband kwijt (dat zij zag) tussen de astrologie en de Joodse Kabbala, die zij door tijdgebrek niet voldoende kon onderzoeken. Verder stelt zij dat de moderne astrologen -behalve de bestudeerders van het occultisme- het oorspronkelijke begrip zijn kwijtgeraakt van het verband tussen de planetaire cycli en de oude kosmische cycli van de Hindoe filosofie, zoals de yuga’s, manvantara’s, etc. (CW III, 194) Astrologie als wetenschap Blavatsky beschouwt het occultisme, inclusief de astrologie, als zeer wetenschappelijk, omdat het de natuurwetten erkent en toepast, niet alleen die welke reeds bekend zijn bij de negentiende-eeuwse wetenschappers, maar ook de verborgen geheime wetten waarmee wetenschappers heden ten dage nog steeds worstelen. Haar begrip van wetenschap, geworteld in de Hermetische traditie, verschilt dus radicaal van die van de latere ontwikkelingen van de wetenschap in de moderne wereld. De “nieuwe wetenschap” van de Renaissance moest breken met haar occulte spirituele wortels met het oog op de zware tegenstand van de katholieke kerk, en ging geleidelijk over in een zuiver abstract materialistisch bestaan. In plaats daarvan argumenteert Blavatsky vanuit een impliciete occulte traditie waarvan de astrologie altijd een onderdeel is geweest. Zo schrijft zij bijvoorbeeld: “Toch, kunnen beide, antiek of hedendaags, exacte wetenschappen genoemd worden; want de hedendaagse astronoom baseert zijn waarnemingen op wiskundige berekeningen. De astroloog van vroeger baseerde zijn voorspellingen op niet minder scherpe en wiskundig juiste waarnemingen van de eeuwigdurende cycli. En als het geheim van deze wetenschap verloren is gegaan, geeft dat dan het recht om te zeggen dat dit geheim nooit bestaan heeft?” (CW II, 419) Astrologie en alchemie zijn hart en ziel van de moderne wetenschappen astronomie en chemie, en “zolang deze waarheid niet wordt herkend zullen astronomie en chemie blijven voortgaan in een vicieuze cirkel en zullen zij niets anders kunnen voortbrengen dan stoffelijkheid” (CW VII, 79). Zo belichaamt de astrologie volgens haar niet alleen

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

de wiskundige uitgangspunten van de astronomie, maar overstijgt zij de abstracte wiskundige berekeningen met betrekking tot de stoffelijke aard van de sterren, hun afstanden enzovoorts, en geeft bovendien spirituele betekenis. Daarom heeft zij het gevoel dat de astrologie zich verhoudt tot de astronomie als de psychologie zich verhoudt tot de fysiologie. Door het wetenschappelijke gebruik van wiskundige berekeningen kan de astrologie verklaren welke oorzaak welke specifieke combinatie van gevolgen in gang zal zetten, en ons bijvoorbeeld kan helpen bij het kiezen van een toekomstige incarnatie (nog een uitgangspunt). Volgens HPB is daarom iemands horoscoop met daarin de planeetposities op het moment van geboorte “het eindprodukt van eerder gezaaide oorzaken” (CW VI, 229). Met andere woorden, het is een weergave van het totaal van karma verzameld tijdens eerdere incarnaties. Voor de ingewijde occulte astroloog is deze informatie de sleutel tot het voorspellen van de toekomst. Blavatsky vertelt ons ook hoe zij denkt dat de invloed van de planeten werkt, namelijk door de magnetische verwantschap en de onderlinge aantrekking van de planeetlichamen. De persoon wordt geplaatst in een specifiek magnetisch verband, als gevolg van het verzamelde karma (moreel positieve en negatieve handelingen) uit het verleden. Dit biedt ook de basis voor haar onderscheid tussen esoterische en exoterische astrologie. De laatste is de invloed van de fysieke planeten op de fysieke, materiële kant van het leven, terwijl de esoterische astrologie te maken heeft met de invloeden op mentale, psychische en spirituele vermogens. Deze vermogens worden niet geregeerd door de fysieke planeten maar door hun spirituele heersers, de krachten achter de werking van de planeten. Zij noemt ook verschillen tussen deze twee typen van astrologie met betrekking tot de astrologische beheersing van de delen van het lichaam. Deze en andere verschillen leiden natuurlijk ook tot verschillende interpretaties, bijvoorbeeld met betrekking tot conclusies over iemands karma uit het verleden. Zij beschouwt de astrologie zoals die tijdens haar levensperiode werd beoefend als een mengsel van esoterische en exoterische astrologie (CW XII, 537-). Volgens Blavatsky kan een geboortehoroscoop alleen individuele neigingen aangeven. De invloeden zijn zodanig dat ze het individu voorzien van een predispositie voor een zekere gedragslijn, en voor de karmische gevolgen daarvan. Ze schrijft: “De sterren veroorzaken geen geluk of ongeluk, maar wijzen het eenvoudigweg aan” (CW III, 192). "De sterren bepalen niet ons lot, maar wijzen eerder op de meest waarschijnlijke toekomst. Fatalisme zou inhouden, een blinde loop van één of andere nog blindere macht. De mens heeft echter gedurende zijn verblijf op aarde een vrije wil. Hij kan niet ontsnappen aan zijn heersende Lot, maar hij heeft de keuze tussen twee paden die hem leiden in die richting, en hij kan het einddoel van ellende bereiken... Zij die geloven in Karma moeten wel geloven in het web van het lot, dat ieder mens weeft vanaf de geboorte tot de dood... Wanneer de laatste draad is geweven, en de mens schijnbaar is gewikkeld in het netwerk dat hij zelf gemaakt heeft, wordt hij geheel beheerst door zijn zelf gemaakte lot."(SD I, 639) URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

Als de astrologie wetenschappelijk gelijkwaardig wil zijn aan de astronomie, dan verbindt Blavatsky daaraan de voorwaarde, “dat haar uitleggers net zo onfeilbaar moeten zijn; en het is deze voorwaarde, sine qua non, die zo moeilijk te realiseren is, die altijd het struikelblok is geweest”. Dat astrologen niet allemaal onfeilbaar zijn bederft nog niet de astrologie zelf. De geneeskunde wordt niet beoordeeld aan de hand van de vele onvolkomenheden van haar artsen. De toestand van de astroloog De gemiddelde astroloog van haar tijd was ver verwijderd van Blavatsky’s ideaal. Ze wilde dat de astroloog sterk geworteld was in het occultisme, omdat dat toegang geeft tot een dieper betekenisniveau. De astroloog zou daarom een meester moeten zijn in de esoterische astrologie zoals Blavatsky zelf. Ze betreurt het feit dat de astrologen voor het grootste deel deze kennis verloren hebben, niet goed getraind zijn, en vaak zelfs bedriegers zijn (CW IV, 302). Er zijn echter nog meer voorwaarden voor diegenen die aan haar normen willen voldoen: “Iemand moet psycholoog en filosoof zijn, voordat hij een volmaakt astroloog kan worden, en de grote Wet van Universele Sympathie goed kan begrijpen. Niet alleen van de astrologie, maar ook van magnetisme, theosofie en alle andere occulte wetenschappen, in het bijzonder die van aantrekking en afstoting” moet hij studie maken, anders beschouwt ze hem als oppervlakkig. (CW III, 192). Blavatsky’s ideale astroloog lijkt op die manier op de mens van wijsheid uit de oudheid, die de diepste mysteriën van de mensheid en het heelal heeft doorgrond, met als voorbeeld Asuramaya. Deze hoge normen dienden niet om mensen te ontmoedigen een dergelijke omvangrijke taak op zich te nemen, maar om hen wat meer nederig te doen zijn in hun beoefening van de astrologie. Terwijl veel hedendaagse astrologen deze esoterische kennis uit het oog hebben verloren beschouwt Blavatsky deze niettemin als een discipline die het waard is om te beoefenen. HPB’s antwoorden op veelgehoorde kritiek Een in haar tijd veelgehoord bezwaar was dat de astrologie geen basis had, omdat haar oorsprong onbekend was. HPB verweert zich tegen zulke kritiek door de geschiedenis van de astrologie terug te voeren tot Atlantis. Hoewel de oorsprong misschien niet precies gedocumenteerd is, betoogt zij dat toch voorspellingen kunnen worden gedaan op basis van cyclische gebeurtenissen die kunnen worden berekend met behulp van wiskundige principes. De interpretatie van deze gegevens is gebaseerd op oude waarnemingen die “het opnieuw verschijnen van [...] gebeurtenissen in hun tijd optekenden, gedurende een tijdperk dat honderdduizenden jaren omvat. Conjuncties in dezelfde sterrenbeelden zullen dan ook onvermijdelijk, indien niet dezelfde, dan toch overeenkomstige gevolgen teweegbrengen”. (SD I, 646) Andere veelgehoorde kritiek is dat de astrologie fatalistisch is. Blavatsky werpt tegen: “Het is alleen doordat de mensheid altijd haar ogen heeft gesloten voor de grote waarheid dat de mens zelf zijn eigen verlosser en zijn eigen vernietiger is; dat hij de hemel en de goden, de schikgodinnen en de pag. 75

voorzienigheid niet hoeft te beschuldigen van de schijnbare onrechtvaardigheid die temidden van de mensheid heerst. (SD I, 644). In haar begrip zijn onze fysieke en spirituele condities in dit leven de gevolgen van onze eigen daden uit het verleden, hetgeen zich uitstrekt tot vroegere incarnaties. Daarom moeten we de planeten in de geboortehoroscoop niet de schuld geven, maar eerder de verantwoordelijkheid accepteren voor een leven dat we hebben geschapen door onze eigen handelingen. Ze verweert zich tegen de bezwaren van astronomen door te betogen dat de astronomie niets anders is dan de jongere zuster van de astrologie, die haar wortels probeert te ontkennen door de astrologie te reduceren “tot de rol van Assepoester in het huishouden van de wetenschap” (CW VI, 347). Astrologie is in de laatste paar eeuwen aan de kant gezet en belachelijk gemaakt door de moderne wetenschap. Blavatsky voorspelt niettemin een tijd waarin

deze wetenschap opnieuw de aandacht zal krijgen die zij verdient, en zij in staat zal blijken deze verschillende aantijgingen te overkomen. n Noten Jutta K. Lehman is een toegewijd bestudeerder van de astrologie. Ze woont in Montreal, Canada. Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in The Theosophist in maart 1997. Vertaling uit het Engels door Ingmar de Boer en Manja van der Toorn, met dank aan drs. Floris Methorst. Het artikel is in deze vertaling ook verschenen in het tijdschrift Theosofia in augustus 1998. 2 Citaten uit The Secret Doctrine zijn voorzien van de letters SD met het deel en het paginanummer van de oorspronkelijke Engelse (1888) uitgave. 3 vgl. SD III, 343. 1

STUDENTS CORNER: DE OBJECTIEVE CYCLUS Jaap Bankert

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het tijdschrift Spica, jaargang 3, nummer 2-3, juni-september 1979. (Red.) De organisatoren van het najaarscongres hebben mij gevraagd ter introductie op mijn lezing over het Object een enkel woord te schrijven, zodat u zich van tevoren al enigszins vertrouwd kunt maken met het onderhavige onderwerp. Binnen de Werkgemeenschap van Astrologen (WvA) is het gebruikelijk bij de horoscoopduiding een onderscheid te maken tussen de planeten als psychische zielenkrachten (het Subject) enerzijds, en de heren van de huizen als indicatoren van de individuele vermogens, oftewel de aanleg, anderzijds. Met een ander woord wordt dit laatste ook wel aangeduid als het Object, omdat het eigenlijk de objectieve omstandigheden waar de geborene in zijn leven mee te maken zal hebben, weergeeft. In zijn meest pure vorm geeft het dus ook het lichaam van de mens weer, het stoffelijk voertuig waar geest en ziel aan gebonden zijn. Het vormt een gegeven voor de mens waar hij niet omheen kan. Op een dergelijke manier kan men ook de Aanleg bezien: het Object geeft aan wat de mens kan en wat hij niet kan. Met andere woorden, ook de bekwaamheden, capaciteiten of vermogens vormen voor de mens een gegeven. We zien hier heel duidelijk het verschil tussen willen en kunnen, het eerste wordt aangegeven door de subjectieve werking van de planeetkrachten, het laatste via de objectieve vermogens gevormd door de herenverbanden. Een mens kan nog zoveel willen, als hij er geen aanleg voor heeft, houdt alles op. Om te illustreren waaruit het puur individuele van het Object blijkt: op één dag verandert de onderlinge samenhang van de planeten zeer

pag. 76

weinig, met uitzondering van de Maan, die gemiddeld 12 graden per etmaal voortschrijdt in de dierenriem. Het subject op zichzelf verandert dus weinig. Wat echter wél en voortdurend aan verandering op een dag onderhevig is, is de horoscoopframe met de huizengrenzen. Immers, in een sterrendag worden achtereenvolgens alle graden van de dierenriem door MC en Ascendant geraakt, en veranderen ook steeds de grenzen van de huizen. Maar ten gevolge daarvan veranderen ook steeds de heren van de huizen, met andere woorden, de structuur van het object of de aanleg is voortdurend anders. En tegelijkertijd komen de planeten daardoor ook steeds in andere huizen te staan, hetgeen tot geheel andere duidingen leidt. Misschien zal het u nu dan ook duidelijk zijn, dat het voorkomt dat bijvoorbeeld tweelingen die niet vlak na elkaar geboren worden, kunnen opgroeien tot totaal verschillende mensen, die geheel verschillende levens zullen leiden. Weliswaar is dan het Subject (de planetensamenhang) niet zoveel veranderd, maar wel de aanleg. Slechts karakterologisch zijn er in zulke gevallen gelijke trekken aan te tonen. Analogie De wijze waarop wij binnen de WvA de astrologie benaderen is gebaseerd op het aloude adagium “zo boven, zo beneden”. Dit is de Hermetische Regel die het basisprincipe vormt van de astrologie, hetgeen met een andere term ook wel de Wet der Analogie wordt genoemd. Wij menen dat dit principe automatisch de consequentie inhoudt, dat het consequent moet worden doorgevoerd in alle astrologische beschouwingen, of zoals het tegenwoordig heet, theorieën.

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

Zo bestaat er een volmaakte analogie tussen de 12 tekens van de dierenriem en de 12 huizen. En zoals in het kosmische proces (de tekens als de kosmische of algemene wet van 12) de fasen elkaar opvolgen en toch tegelijk alle voortdurend aanwezig zijn, zo geldt ook voor ieder individu deze opeenvolging en gelijktijdigheid met betrekking tot de huizen (zijnde de individuele wet van 12). 1. De opeenvolging vinden we overal in de natuur terug in de vorm van ontstaan-bestaan-vergaan: de drie fasen, waarin ieder proces valt te verdelen. Meer algemeen kent u deze drieslag waarschijnlijk wel als potentialiteit-idealiteitrealiteit, of in normaal Nederlands aanleg-wezenwerkelijkheid. Astrologisch vindt u deze verdeling terug in het eerste, tweede en derde viertal tekens. En analoog daaraan de Huizen: 1-2-3-4, 5-6-7-8 en 9-10-11-12. 2. De gelijktijdigheid vindt u statisch gezien in de vier elementen vuur, aarde, lucht en water. Zij geven ieder een bepaalde kwaliteit of eigenschap aan. Vuur staat voor geest, het ik, het stellende, bewustzijn. Aarde staat voor de stof, het niet-ik, het vragende, de materie. Lucht staat voor de verbinding tussen geest en stof, ik en niet-ik, het relatieve, de relatie. Water staat voor de bewustwording, namelijk van de relatie tussen geest en stof. Analoog aan de Tekens zijn ook nu de huizen in te delen: de vuurhuizen 1-5-9, de aardehuizen 2-6-10, de luchthuizen 3-7-11 en de waterhuizen 4-8-12. 3. De gelijktijdigheid vindt u dynamisch gezien terug in de drie kruizen: hoofd, vast en beweeglijk. Waarom dynamisch, zult u zeggen. Als u de essentie van het kruis begrijpt, dan herkent u in de horizontale as de stof en in de verticale de geest. Dit zijn twee uitersten, wat ook alweer blijkt uit de twee oppositietekens op iedere as, waarin de oppositie de grootst denkbare spanning is. En ook het vierkant is erin terug te vinden, zoals u weet ook een dynamiserend aspect. Analoog aan de Tekens ontstaan zo de kruizen 1-4-7-10, 25-8-11 en 3-6-9-12. Deze huizencombinaties zouden we cycli kunnen noemen, immers in álle is het cyclisch proces ontstaan-bestaan-vergaan te herkennen. Het geheel aan onderverdelingen is aanschouwelijk te maken volgens het plaatje dat u hier bijgevoegd ziet. Het is bijzonder creatief om op basis van deze gegevens nu zelf kenmerken te gaan zoeken voor bepaalde tekens c.q. huizen. Alleen moet u daarbij wel onthouden, dat tekens ons iets vertellen over de algemene houding, instelling of attitude, huizen daarentegen over het concrete werkveld. En de heer van een huis geeft het vermogen weer van het desbetreffende huis, d.w.z. de hoeveelheid psychische energie, welke theoretisch of “in aanleg” beschikbaar is voor de doeleinden, aangegeven door dat huis. Planeten geven gelegenheden die men t.a.v. dat werkveld krijgt, aan.

die planeten in 5, of met veel moeilijke aspecten in 6 of in 12, dan heeft hij geen aanleg om leider te zijn, met alle tragedies van dien. Dit ter illustratie van hoe belangrijk die aanleg is. En als je daar als astroloog geen rekening mee houdt, dan kun je hopeloos de mist ingaan. Je zou het zo kunnen zeggen: de planeten zijn de huurders van een huis, maar de heer van dat huis is de eigenaar. En zoals uit het leven van alledag blijkt, merk je vaak meer van de huurders van het huis, die erin wonen. Maar aan het einde van de maand moet wel de huur betaald worden aan de eigenaar; ondanks dat je hem bijna nooit ziet is hij wel de persoon die het uiteindelijk voor het zeggen heeft en de doorslag kan geven door bij wanbetaling de mensen het huis uit te zetten. Het object is dus van essentieel belang bij de duiding van een horoscoop! Tot slot een opsomming van de betekenis van de heren van de huizen, zodat u voor uzelf een inzicht heeft in de werking van de diverse vermogens. Heer 1, het vermogen tot: zichzelf zijn, zelfstandig zijn, aanpakken en handelen, initiatief nemen. Heer 2: het vermogen tot: bezitten, verdienen, “hebben” in het algemeen, ook van gaven en capaciteiten. Heer 3 tot: verbinden, waarnemen, kennis maken/nemen. Heer 4 tot: verzamelen, ontvangen, gewaarworden. Heer 5 tot: centraal zijn, willen, spil zijn. Heer 6 tot: ontleden, differentiëren, dienen. Heer 7 tot: samenwerken, organiseren, vergelijken. Heer 8 tot: omzetten, oordelen, reorganiseren, genieten, vernietigen. Heer 9 tot: denken, bedoelen, overtuigen, doelbewust zijn. Heer10 tot: systematiseren, begrenzen, beheersen, verantwoordelijk zijn. Heer ll tot: overkoepelen, uitbreiden, sociaal zijn. Heer 12 tot: besluiten, liquideren, afstand doen, offeren. n

Aanleg Stel nu bijvoorbeeld dat iemand veel planeten in 5 heeft, dan zal hij veel gelegenheden krijgen om als leider op te treden. Maar staat Heer 5 zonder aspecten te maken met

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

pag. 77

TEKENSPRAAK Upageya

Het is Leeuwtijd en vakantie. We brengen die grotendeels door in Italië aan het noordelijke randje van Toscane in de Apennijnen. Anke heeft daar een reünie met oud-klasgenoten van de Warmonderhof (b.d.landbouwschool). Inclusief aanhang, dus met kinderen en partners, vormen we een kleurrijk gezelschap van vijfentwintig volwassenen en even zovele kinderen in een geïmproviseerd tentenkamp temidden van de, ondanks de heersende Europese hittegolf, frisgroene heuvels van Rocca Corneta. Ooit heeft hier een Romeins garnizoen zijn tenten wat langer opgeslagen. De ruïne van een eenzaam kerkje op een voortdurend verder afbrokkelende rotsheuvel, die beeldbepalend is voor onze omgeveing, is één van de weinige overblijfselen die nog uit de tijd van die legerplaats stamt en nu vooral de kinderen uit ons huidige leger aantrekt.

Leeuw betaamt: zo mooi mogelijk, opgepoetst. Ik heb negen ingaande vierkanten in mijn radix, waarvan er drie vanuit sector 9 en 10 in Leo, met en rond het MC, hun voor mijn ikje “tragische” werk doen naar Ascendant en Pars in 7. Het komt mij dus niet onbekend voor: Het wordt een drama als je (onbewust) tegenwerkt en het kan een relativerende ko(s)medie worden als je meegeeft.

Als medeorganisatoren vooruitgereisd, helpen Anke, haar twee jongens en ik, om kwartier te maken rond de kruidenboerderij van één van de deelnemers teneinde de uit verscheidene landen aankomende gasten een waardig welkom te bereiden. Na enige tegenslag in het begin bij het zoeken naar een geschikte plek, lukt dat wonderwel en kan er, met hulp van de weergoden, een zodanig ontspannen en verbroederende sfeer ontstaan, dat het meest intieme deel van deze vijfjaarlijkse bijeenkomst met een gerust hart tegemoet kan worden gezien. Want spannend is het natuurlijk wel, om ‘s avonds in de groep rond het kampvuur om de beurt van je persoonlijke wedervaren te vertellen en van de plaats die dat heeft in je levensverhaal. Zeker als het niet de bedoeling is je er met een oppervlakkig succesverhaal vanaf te maken.

Een ander kosmisch spel dat we in deze Leeuwtijd graag willen meemaken, is de totale zonsverduistering. Daartoe reizen we tegen het eind van onze vakantie naar het noorden van Frankrijk en strijken voor de laatste dagen neer in de lage Vogezen. Onze kampeerplaats ligt weliswaar in de eclipszone, maar aan de rand ervan. Om nu zo volledig en zo lang mogelijk het verdonkeremanen van de zon te kunnen beleven, besluiten we op de bewuste dag met zeven mannen/jongens naar het hart van de zône te rijden, voorzien van proviand, eclipsbrillen, verrekijkers, temperatuurmeter en wat dies meer zij. Zo gezegd, zo gedaan. We kiezen de omgeving van Verdun uit voor onze expeditie en rijden door het dal van de Maas naar de beoogde heuvels van de Côtes de Meuse. De rit verloopt voorspoedig, maar het weer is abominabel. Vanaf het moment van vertrek is de hemel loodgrijs en regent het pijpestelen. Onderweg herinner ik mij de vele keren dat ik deze route, door Vogezen en Maasdal noordwaarts, heb gedaan. Het regende altijd, hoezeer ook de bewoners van deze streken beweerden dat het hier meestal mooi weer was. Ik had het kunnen weten! En dus bereid ik mij maar voor op een anderszins verduisterde eclips.

Voor het eerst mag ik, als levensgezel van Anke, getuige zijn van de soms Griekse-tragedie-achtige verhalen die melding maken van het streven, zoeken en worstelen van het immer snevende ik en het bevrijdende vinden en overgeven van het allereigenste zelf. Er zijn erbij, zo tragisch èn hilarisch, dat ze - in deze tijd- een film waard zouden zijn. Niet alleen omdat het zulke “prachtige” verhalen zijn, maar eigenlijk in de eerste plaats omdat ze zo mythisch zijn, zo, net onder de persoonlijke verhaallijn van de zichtbare gebeurtenissen, algemeen menselijk vertellen van de problemen en conflicten van ons aller mensenziel. Ze zijn te ervaren als een inwijding in de op het eerste gezicht onzichtbare bedoeling van het leven van ieder van ons: verlost te worden van ons ikje, ook al hebben we dat noodzakelijkerwijs, en zoals het een rechtgeaarde

Echter, aangekomen op ongeveer de plaats van onze keuze, wordt het zowaar droog. En als we eenmaal de ter plekke uitgezochte heuvel bestegen hebben, breekt de grijze lucht open en ontstaat precies boven ons en precies op tijd een wijd blauw wak in de wolken rond zon en maan. Het volgende koningsdrama in deze vakantie kan beginnen! Zonder uitzondering maakt de gebeurtenis zeer veel indruk op ons. Vooral de kinderen zijn enthousiast in de weer met eclipsbrilverrekijkers, projectiekartonnetjes en thermometer. De volwassenen bezien het allemaal wat rustiger, maar met dezelfde spannende nieuwsgierigheid naar het onbekende. In de minuten dat de eclips totaal is, de duisternis invalt en we het verschijnsel, met nog enige sterren, onbeschermd kunnen waarnemen, daalt er zo’n onwezenlijke stilte op ons neer, dat ik me helemaal kan voorstellen hoe

pag. 78

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

apocalyptisch dit alles de mens in vroeger tijden moet zijn voorgekomen. En hoe schitterend is de wedergeboorte, als maan-ik weer plaats gaat maken voor zon-zelf. Symbolischer dan juist nu, in Leo, kan het bijna niet. Ook de omgekeerde gang, naar verlichting, kunnen we volledig volgen. Maar onmiddellijk na voltooiïng betrekt de lucht opnieuw en we rijden nog niet of de regen roffelt met hernieuwde levenskracht op ons autoblik neer. Zo lijkt het net of er niets gebeurd is, maar wij weten, op meerdere niveau’s, wel beter! n Upageya

VAN DE REGIO’S

Impressie van de Regiodag 1999, 12 juni te Naarden. Wat een wervelwind, wat een meeslepend enthousiasme, wat een hartelijke innemendheid, wat een alom aanwezige persoonlijkheid, wat een onontkoombaar natuur-verschijnsel! We hielden ons allen even vast aan stoel en/of tafel, toen mevrouw X ons die middag meteen bij binnenkomst in volle glorie in beslag nam. We waren al enigszins “gewaarschuwd” die ochtend door Paula Schreurs die deze regiodag leidde. Hoe treffend had zij al gewag gemaakt, bij de bespreking van de zijnscyclus in het subject van deze horoscoop, van: “Een wervelend middelpunt dat overal komt en dat door Uranus boven het gewone wordt uitgetild, inclusief de grenzen van haar persoonlijkheid”. Ik vermoed dat wij door die binnenkomst allen in een flits hebben geweten hoe zij haar sportieve baantjes trok en haar maatschappelijke banen trekt. Een tweesporigheid overigens die in meerdere opzichten zowel uit haar levensverhaal als uit haar horoscoop als een belangrijk (Tweelingen)element naar voren kwam. Hoezeer Paula ook complimenten had uitgedeeld over - en met uitroeptekens had gestrooid in het gebruikelijke commentaar op - de door de regio’s gemaakte duidingsverslagen, de verschijning van onze gast was toch wel het meest overtuigende uitroepteken dat op deze regiodag werd waargenomen. Mijn hemel, wat een tante! Om maar eens een onparlementair compliment te gebruiken voor, zoals ze het zelf uitdrukte: “Deze Juul uit Nieuwegein”. Want anoniem wenst ze te blijven! Paula was eerst nog een beetje bezorgd over hoe zij de middag met mevrouw X vorm zou geven en begeleiden. Totaal onnodig, zo bleek. Want zij nam moeitelos over, nam ons voor zich in, en nam onze aandacht tot het eind toe in de houdgreep. Waarmee ze en passant het bewijs leverde wel degelijk structuur te kennen en die ook te kunnen geven aan de gebeurtenis. Weliswaar met een lichte en prettig sturende toets van Paula, maar toch....!

een zeer persoonlijke warme handdruk voor ieder van de vijfentwintig à dertig aanwezigen.......? Je zou toch zweren dat Demeter in opperste samenwerking met Saturnus hun maathoudend werk naar haar Uranus al behoorlijk deden. Natuurlijk waren dat ook “gewoon” Venus en Jupiter in Kreeft in 10, samen met 1 in 10 in 3 in 10. Maar hoe dan ook, wat zij in ieder geval duidelijk liet zien, was de van zichzelf uitgaande (Maan in 5) vrouw die met sterke persoonlijke inzet en overtuigende uitstraling zorgt dat ze er staat (Apollo/Saturnus in 9) en tegelijkertijd met veel gevoel vloeiend inspeelt (Maan in Vissen) op de situatie, omdat zij daarmee graag in balans (Asc. Weegschaal) wenst te zijn. Wat wij, in tegenstelling daarmee, ook zagen en wat voor haar op een diepere laag ook duidelijk bleek, was haar niet in te tomen enthousiasme, nieuwsgierigheid, betrokkenheid en idealisme, waarmee een zodanige indruk bij de buitenwacht wordt gewekt dat die (soms) te veel van haar persoonlijk (Maan ing. vierkant mysterieplaneet) gaat verwachten in verhouding tot haar (hoewel niet geringe) werkelijke capaciteiten en mogelijkheden, waardoor dan toch disbalans ontstaat. Waarmee haar door alles heen spelende opdracht, om maat en afstemming te vinden voor een ik dat neigt buiten haar oevers te treden, in essentie werd aangegeven. Een opdracht waaraan zij, naarmate haar leven vordert, steeds meer zal toekomen (veel toenemende ingaande aspecten), alsmede aan de daadwerkelijke vormgeving van haar aanwijsbaar aanwezige spiritualiteit (o.a. de combinatie van Uranus, Poseidon en Pluto met Mars en de Ascendant). Zeker gezien haar instelling alle kansen in haar leven te willen benutten. Of die zich nu voordoen als dat wat haar toevalt als zondagskind of juist als obstakels op haar weg. Wat de laatste betreft laat zij zich, hoewel kwetsbaar, niet licht uit het veld slaan. Of zoals zij het zelf zei: “Ik heb geleerd te verliezen, anders kan je niet winnen!”. Haar rijk geschakeerde levensverhaal doorspekte zij met veel hilariteit veroorzakende anecdotes, die in één moeite door als flitsend scherpe duidingen van haar karakter diens konden doen. De reacties uit de zaal waren navenant en werden net als de geschreven duidingen door haar op de juiste waarde geschat. Er waren nogal wat regio’s die ofwel geraden ofwel een vermoeden hadden wie de betreffende “regiopersoon” deze keer zou zijn. Dat dit nog geen garantie is voor het ontdekken en uitlichten van het specifieke in een horoscoop, toonde Paula nog eens op de haar eigen vakkundige manier aan en gaf ons dat als stimulans mee om zo mogelijk nog beter te leren kijken naar de horoscoopgegevens. Het was in vele opzichten een prachtige dag. Niet in de laatste plaats door de aanwezigheid van onze gast. Maar zeker ook door de fijne begeleiding van Paula Schreurs en de liefdevolle organisatie en verzorging van Joyce Bos. Van de laatste moesten wij, wegens drukte in haar eigen praktijk voor reïncarnatietherapie, helaas afscheid nemen als toegewijd regiocoördinator. Zoals ook van de heer Cor Stolk,

En wat te denken van haar omkadering van het geheel met URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

pag. 79

voor wie het op zijn hoge leeftijd fysiek niet meer mogelijk is onze bijeenkomsten te bezoeken. Naar eigen zeggen, jammer genoeg, omdat de WvA-astrologie veel betekent in zijn leven. Voorzitter Theo Ram verzorgde namens ons allen de passende afscheidswoorden en bedankte tot slot met bloem en bon degenen die deze dag zo voortreffelijk deden slagen.n Upageya

NIEUWS & ACTUALITEITEN l WvA e-mail- en webadres Het nieuwe vereenvoudigde webadres van de WvA luidt: http://www.geocities.com/stichtingwva. E-mail van het secretariaat: [email protected], of het oude adres: [email protected]. l Nègre op internet Het eerder in URANIA verschenen artikel “Wetenschap en astrologie, een transdisciplinaire benadering” door Alain Nègre, is onlangs in digitale vorm op de website van de WvA gepubliceerd. l Metodo RAM Erik van Slooten, oud-donateur van de WvA, schreef ons uit Italië dat daar bij uitgeverij Capone een efemeride 2000-2010 is uitgekomen, waarin onder andere huizentabellen voor het APCsysteem zijn opgenomen onder Metodo RAM! l Vulcanus Op 6 november 1999 wordt een Open Huis-bijeenkomst van de NVWOA gehouden onder de titel Vulcanus, een nog niet ontdekte planeet, met drs. F.J. Methorst en prof. dr. W. de Graaff. Onder de huidige generatie astrologen is het niet erg bekend dat er al ruim twee eeuwen wordt gesproken over het bestaan van een planeet binnen de baan van Mercurius. Deze planeet kreeg de naam Vulcanus. Achter de vraag of Vulcanus nu wel of niet bestaat gaan diverse waarnemingen schuil. De oplossing van dit vraagstuk kan verrassend zijn en van belang voor een verdere bepaling van de astrologie, aldus de sprekers. l Agenda 2000 Graag vermelden wij de astrologische agenda 2000 van uitgeverij Astrodrama. De uitgave van het komend jaar is een themanummer over Cheiron. Behalve planeetstanden en aspecten voor iedere dag, vinden we onder meer bij vele data de geboortegegevens van bekende persoonlijkheden. Hans Planje meldt ons dat dit de twaalfde en tevens laatste agenda is die door hem wordt gemaakt. Aan alle goede dingen komt een eind! We hopen echter met hem, dat zich iemand aandient die dit project op zijn eigen wijze wil voortzetten! De agenda is te koop in de boekhandel voor f 19,50 of te bestellen door overmaking van f 23,- op giro 2484611 t.n.v. Uitgeverij Astrodrama te Enschede. Zie het artikel over Cheiron van Ben de Beer in dit nummer van URANIA. l Tentoonstelling Isaac Israels Een van onze donateurs vroeg ons om de geboortegegevens van de schilder Isaac Israels (1865-1934), “Nederlands enige impressionist van begin deze eeuw”. Van 4 september 1999 t/m 9 januari 2000 is in de Kunsthal te Rotterdam een groot retrospectief

pag. 80

te zien van zijn werk. Wim Pijbes, samensteller van deze grote najaarstentoonstelling over de schilder: “Een veelkwaster die met weinig verf en met snelle penseelstreken een groot en karakteristiek oeuvre opbouwde. Het was een levensgenieter die de zonnige kant van het leven wilde laten zien.” Voor diegenen die geïnteresseerd zijn in de horoscoop achter deze kunstenaar, volgen hier de geboortegegevens. Isaac Israels: 3 februari 1865, 21h30m Lokale Tijd (MC 5,9° Cancer, Asc. 4,5° Libra) te Amsterdam. Jozef Israels, de bekende schilder en vader van Isaac, werd geboren op 27 januari 1824 om 04h00m Lokale Tijd (MC 6° Libra, Asc 6° Sag) te Groningen. Gegevens uit de gemeentearchieven. l Meteoren In de nacht van 18 november vindt er weer een meteorenregen plaats. Een gegeven om in uw agenda te noteren! l Rosetta In het British Museum te Londen wordt een tentoonstelling gehouden met de naam Het kraken van codes. Met codes worden hier de geheimen in het bijzondere bestaan van kometen bedoeld. Een satelliet met de naam Rosetta, genoemd maar de Egyptische plaats waar juist 200 jaar geleden de beroemde inscriptie werd gevonden, die Champollion de sleutel in handen gaf om het geheim van de hiërogliefen te kraken, zal in januari 2003 via een lange omweg naar de Jupiter-komeet Wirtanen worden gestuurd. Eind november 2012 bereikt Rosetta, als alles goed gaat, het reisdoel. Nadat een groot aantal foto’s zijn genomen om de grootte en de vorm van de kern vast te stellen, komt Rosetta in een nauwe baan om die kern. In juni 2013 daalt een sonde van het moederschip naar de kern af. Met grijpankers wordt de honderd kilogram zware daalsonde vastgezet op dit hemellichaampje zonder noemenswaardige zwaartekracht, zodat een maand lang de geplande metingen kunnen worden gedaan. l Zonnestelsel Het eerste zonnestelsel buiten het onze is nu naar alle waarschijnlijkheid ontdekt. Om de heldere ster Upsilon Andromedae, 44 lichtjaar van de Aarde verwijderd, draaien drie planeten. De bevindingen van twee onafhankelijk van elkaar werkende teams van astronomen, die de lichte schommelingen in de baan van die ster bestudeerden, hebben dat uitgewezen. De binnenste van de drie planeten was al in 1996 waargenomen. Hij beschrijft een cirkelvormige baan in ruim vier en een halve dag. De tweede, op een afstand vergelijkbaar met die van Venus tot onze Zon, doet 242 dagen over zijn ovale baan en de derde beschrijft zijn eveneens ovale baan in ruim 3 1/2 jaar op een afstand van twee maal die van de Aarde tot de Zon. Bestaande theorieën moeten door deze ontdekking worden bijgesteld. Tot nu werd het niet mogelijk geacht dat zulke grote gasbollen als dit drietal, waarvan de eerste een massa heeft, even groot als die van Jupiter en de tweede tweemaal, de derde viermaal zo zwaar is als Jupiter, zo dicht om de moederster draaien. l Wereldvredesdag We ontvingen een oproep deel te nemen aan de wereldvrededag die valt op 1 januari 2000: "het is van groot belang dat we ons verzoenen met onszelf, met onze medemens, met de wereld, met het Leven, alsof het gehele universum afhangt van elk van onze gebaren". Men stelt voor op 29 december een plant, tak of krans neer te leggen op een mooi in het oog springen plekje in eigen dorp of stad en dit alles op 1 januari in een rivier te werpen, opdat deze het naar zee draagt als teken van de eenheid van alle mensen. Ten derde zou men met groepen welgezinde mensen enige minuten vóór middernacht op 31 december stilte in acht kunnen nemen en tezamen in vreugde kunnen mediteren op de eenheid van de mensheid. Wie hiervoor voelt en meer wil weten, kan schrijven naar: Centro Lusitano de Unificaçâo Cultural, Tv. das Aguas Livres, no.6 - 1o Dto., 1250 - 003 Lisboa, Portugal, Tel. 01- 387 20 08, email [email protected]. n Jan Moerbeek Manja van der Toorn

URANIA, jaargang 93 nr. 4 (oktober 1999)

ADRESSEN WvA

Kern

STOA

Bestuur van de WvA Voorzitter: Secr. & Penn. a.i.: Leden:

Stichting Opleidingen Astrologie Dhr. Th. Ram Mevr. M.T.A. van der Toorn Dhr. I. de Boer Dhr. U. Elbers Dhr. J.L. Moerbeek Mevr. B. Moerbeek-Ram

Administratie: Docenten: Examens:

Mevr. B. Moerbeek-Ram Dhr. B.B. de Beer Mevr. M.T.A. van der Toorn Dhr. D. van Zwol

Bibliotheek

URANIA

Mevr. M.T.A. van der Toorn

Redactie: Dhr. I. de Boer

Internet

Adressen

WvA-secretariaat e-mail [email protected]

Dhr. B.B. de Beer, Gooioord 168, 1103 CL Amsterdam, tel. 020 - 699 05 25, e-mail [email protected]

WvA op het World Wide Web http://www.geocities.com/stichtingwva

Regio’s

Dhr. I. de Boer, Oostzeedijk 4b, 3063 BB Rotterdam, tel./fax 010 - 453 18 76, e-mail [email protected]

Algemeen contactpersoon: dhr. U. Elbers

Dhr. U. Elbers (Upageya), Balthasar Beckerstraat 33, 8835 XN Oosterlittens (F), tel. 0517 - 342 394

Amstelveen: mevr. J. Stam-Nol, Keizer Karelweg 265, 1181 RD Amstelveen, tel. 020 - 641 89 86

Mevr. B. Moerbeek-Ram, Stroomerlaan 1, 1861 TJ Bergen (NH), tel. 072 - 589 44 56

Brabant: dhr. Th. Verwijst, Loo 37, 5388 SB Nistelrode, tel. 0412 - 611 201

Dhr. J.L. Moerbeek, Stroomerlaan 1, 1861 TJ Bergen (NH), tel. 072 - 589 44 56, e-mail [email protected]

Den Haag: mevr. W. Klein, Frankenslag 178, 2582 HZ, ‘s-Gravenhage, tel. 070 - 355 66 64 Friesland: mevr. J. Langendijk, 7e Vegelindwarsstraat 3, 8933 DD Leeuwarden, tel. 058 - 212 84 62 Het Gooi: mevr. J.C.M. van der Beek-Zonderland, Beukenlaan 13, 3762 AE Soest, tel. 035 - 601 09 37 Nijmegen: mevr. R. Hopman, Burg. Ottenhoffstraat 23, 6561 CL Groesbeek, tel. 024 - 397 61 54 Utrecht: mevr. R.Camphuijsen, Cervanteslaan 4, 3533 HN Utrecht, tel./fax 030 - 291 00 43, e-mail [email protected]

Dhr. Th. Ram, Kloostersingel 19, 9101 KD Dokkum, tel./fax 0519 - 220 826, e-mail [email protected] Mevr. M.T.A. van der Toorn, Oostzeedijk 4a, 3063 BB Rotterdam, tel. 010 - 453 27 08 Dhr. D. van Zwol, Vierhuisterweg 7, 8919 AH Leeuwarden, tel. 058 - 266 65 66, e-mail [email protected]

Stichting Opleidingen Astrologie De Stichting Opleidingen Astrologie verzorgt de uitgave van een vernieuwde schriftelijke cursus astrologie. In 24 lessen wordt u onder begeleiding van vakkundige docenten vertrouwd gemaakt met de achtergronden en de praktische toepassing van astrologische wetmatigheden volgens het WvA-systeem. Na afronding van de cursus wordt de gelegenheid geboden een aansluitend examen af te leggen, dat eenmaal per jaar wordt afgenomen. Aan de geslaagden wordt het certificaat uitgereikt. Deze cursus verschaft u een degelijke basis voor verdere studie in de astrologie. Bent u geïnteresseerd en wilt u nadere informatie, dan kunt u zich wenden tot de administratie. Het is mogelijk een proefles aan te vragen.

Administratie: Mevr. B. Moerbeek-Ram Stroomerlaan 1, 1861 TJ Bergen (NH), tel. 072 - 589 44 56

Nieuwe & Antiquarische boeken

GROTE VOORRAAD BINNENLANDSE EN BUITENLANDSE BOEKEN OP HET GEBIED VAN: Astrologie - Esoterie Lange Voorhout 96, 2514 EJ DEN HAAG Tel.: 070 - 346 33 17, fax: 070 - 356 23 82 e-mail: [email protected]

View more...

Comments

Copyright © 2020 DOCSPIKE Inc.